Office365 Groups

We zijn nu zo’n half jaar over naar Office365 en met ‘over’ bedoel ik: we hebben onze gedeelde netwerkschijven bijna één op één over gezet. Niet de elegantste manier en menig consultant lijkt dit te flauw. Tegelijkertijd verhoogt het wel de herkenbaarheid. Want onze storage is nu de ‘tenant’, elke hoofdmap is een sitecollectie en elke submap is een bibliotheek. Elk mapje daarin zijn gewoon weer mapjes. Eenmaal een half jaar later komen nu min of meer organisch leukere use-cases vanuit de eindgebruiker, over meta-data, lijsten en workflows.

Één ding was wel duidelijk: in een sitecollectie hebben we ‘eigenaren’ die beheren, ‘leden’ die bewerken en ‘bezoekers’ die kunnen lezen. Althans zo is het een beetje standaard. Een site kan vervolgens behalve bibliotheken ook notitieblokken en agenda’s etc. hebben. Als de groepen te grof zijn, maak je gewoon een subsite met een deel van de leden van de sitecollectie. Zodat die daar hun werk kunnen doen en anderen leesrechten kunnen geven of misschien zelfs dat niet eens.

Ik had daarom een beetje gemengde gevoelens bij Office365 Groups. Waarom weer een mogelijkheid erbij en naast? Weer een keus extra, waarbij voor de afweging je moet weten wat wel en niet handig is binnen de context van een eindgebruiker. Zucht … tempo van innovatie is leuk bij Microsoft, maar ik had liever een goede OneDrive sync client die niet je hele cloud ook lokaal opslaat om maar een voorbeeld te noemen. Enfin, voor mij gaat irritatie boven innovatie denk ik.

In de roadmap van Office365 en het messagecenter (voor admins) komt groups echter wel steeds terug. Dus na een tijdje krijg je het gevoel dat Office Groups een blijvertje is. Helemaal als je de visie er achter een beetje volgt.

Hier is daarom een overzichtje wat ik er van snap:

  • Als je groepen maar ver genoeg opdeelt (in het dagelijks leven) dan kom je altijd tot een clubje dat onderling gelijkwaardig is. Althans wat rechten betreft. In Office365 Groups is er daarom geen verdere machtiging dan ‘iedereen kan lezen/schrijven’. Net als in een WhatsApp groep.
  • Technisch zijn het ‘gewoon’ sitecollecties, alleen surf je er niet naar toe via je eigen sites. De interface ervoor lijkt te ontbreken. Is ook logisch anders had je wel een gewone site kunnen maken.
  • Groups ‘leeft’ vooral in Outlook, liefst uit Office2016.
  • De maker van de groep heeft niet het gevoel een dikke site-beheerder te moeten zijn, met machtigingen etc. Hij nodigt mensen uit of ze melden zich aan. Dat is natuurlijk op de achtergrond autoriseren. Zelf kan iedereen zich weer afmelden. Geen beheerder die je rechten hoeft te ontnemen dus.
  • Elke groep krijgt een mailadres. Dat is voor ons een beetje lastig omdat we mailadressen beheert uitgeven. De standaard instelling is: iedereen kan er eentje maken, ook studenten. Met het verzinnen van de groepsnaam claim je gelijk een mailadres. Daarom hebben we het direct uit gezet in deze fase. Middenweg zou zijn is dat we medewerkers zelf dit laten aanmaken. Eens kijken wie er binnen een instelling met 20 scholen het eerst ‘vakgroepnederlands’ claimt. 😉
  • Groups is er dus voor relatief kleine teams waarvan de leden allemaal dezelfde rechten nodig hebben. Het lijkt er op dat ze organische samenwerking erg faciliteren, in een soort mini-teamsites.
  • Mail voelt aan als chat of forum.
  • Een groep heeft nu een agenda en bestanden.
  • De bestanden komen terug onder een apart kopje in je OneDrive (in de browser). Dat is alleen om er naartoe te navigeren. De bestanden zelf bevinden zicht technisch gesproken in de sitecollectie (siteassets bibliotheek) van de groep. Gelukkig maar, even geen opslag in je persoonlijke bibliotheek.
  • Het kwartje viel bij mij pas echt bij het volgende idee: groepen nu krijgen als eerste opslag, mail en kalender. Later krijgen ze ook Skype, Yammer en Planner etc. En dat vindt ik super, anders repliceren we overal groepen: een groep in een teamsite, een Skype-groep, een Yammer-groep etc. Waarbij je per stuk weer ledenbeheer zou moeten doen. Straks zijn dit gewoon één en dezelfde groep die bij alle diensten terug komt.
  • Behalve in Outlook 2016 en Web is er een aparte app die Outlook Groups heet.

Wil je meer weten en heb je tijd? Jasper Oosterveld spreekt er uitgebreid over, in NL.

Van onderwijs naar informatieplan

Roland Baks van DeltaConsulting haakt eerst aan bij maatschappelijke ontwikkelingen zoals personalisatie en robots in de beroepen. Zijn stellingen:

  • Aansluiting op ontwikkelingen in werkveld en de digitale maatschappij … vraagt om excellente samenwerking tussen Onderwijs en ICT.
  • De komende 10 jaar is er geen tijd meer om de verbinding niet of onvoldoende te maken.

Stellingen helpen even te prikkelen dus dat is ok.

Zijn beeld van die samenwerking:

  • Gebrek aan Governance: ICT niet vaak of structureel onderwerp tussen CVB en onderwijsdirecteuren.
  • De klant-leveranciers relatie is beperkt ingericht.
  • Procesmanagement is vanuit beheer uitgewerkt.
  • De informatiemanager ontmoet te weinig gesprekspartners bij het onderwijs.

De rollen voor informatiemanager om dit te keren, aldus Roland:

  • De architect van de informatievoorziening.
  • De procesbegeleider die vraag en aanbod begeleidt en borgt.
  • Adviseur voor de informatievoorziening.

Zelf sluit ik liever aan bij de rollen van Toon Abcouwer. Dat bijt niet bovenstaande hoor, maar is direct toegesneden op het negenvlaksmodel.  Als generieke manier om deze relatie vorm te geven stelt Roland de volgende stappen:

Strategie concretiseren ==> Kaders stellen ==> Gewenst/Huidige situatie ==> Plan van Aanpak

Daarna werd het verhaal concreter hoe DeltaConsulting scholen hierbij helpt. Als je daar meer van wilt weten dan kun je ze bellen denk ik.

Het verslag met presentatie is hier terug te vinden.

Ervaringen met een Informatieplan voor een MBO

Ik ben vandaag in Utrecht bij het Netwerk Informatiemanagers MBO. Het thema is deze keer het Informatieplan. Omdat we er zelf ook mee bezig zijn, was ik benieuwd naar de aanpak en ervaringen van andere MBO Informatiemanagers.

Wat me bij alle voorbeelden opviel: de samenwerking met de projectenorganisatie om veranderingen te realiseren.

Nova College

Rob Smit vertelde dat het een hele uitdaging was om in de waan van alle dag aandacht te krijgen voor een Informatieplan. Gestart vanuit een procesmodel met daarin de waardeketen, werd geprobeerd helder te krijgen waar/welke applicatie zit. Per stuk werden dan weer knelpunten in beeld gebracht. Dat leidde zo tot 75 projectvoorstellen. Opzich waren ze best trots op hun IT infrastructuur, maar binnen de kernsystemen waren wel degelijk problemen. Om praktisch verder te komen is er voor gekozen om de Informatiemanager in dezelfde organisatorische eenheid te stoppen als de projectportfoliomanager. Verder had men in elke school een zogenaamde “Informatiespecialist Onderwijs”.

Het geheel was erg herkenbaar, wat ik alleen miste was hoe visie op Informatie naar de toekomst toe tot stand komt. Toch het startpunt voor een Informatieplan.

Zadkine

Marcel van Oorschot vertelt over het zogenaamde ontwerpboek van Zadkine. De achtergrond (2012) van het Zadkine was niet makkelijk: slechte liquiditeit, verouderde ICT omgeving, geen managementinformatie en twee aparte werelden (onderwijs en bedrijfsvoering).

Na interviews met alle betrokkenen werd vanuit de onderwijsvisie een IM visie opgesteld, samen met wetgeving en architectuurdocumenten was dit input op het ‘ontwerpboek’ zoals Marcel dit noemt. Qua vorm is deze roadmap-achtig en leunt op BiSL.

Praktische noot: bij het Zadkine is de informatiemanager ook stafdirecteur. Het helpt als je ‘directieve invloed’ hebt, aldus Marcel.

Elementen in het ontwerpboek:

  • We zijn een school: geen software-huis. Klinkt open deur, maar concreet betekende dit dat eigen ontwikkeling in applicaties omgebogen werd.
  • Gastvrijheid
  • Onderdeel van PDCA
  • Robuust
  • Simpel
  • Kosten-effectief

Marcel noemt de volgende succesfactoren:

  • Gebruik BiSL als uitgangspunt.
  • Positie in de organisatie.
  • Quickwins
  • Integrale aanpak naar Enterprise architectuur
  • Stel een competent team samen
  • Van klein naar groot: maak stappen beheersbaar.
  • Snelheid: de complete suite van EduArte bijvoorbeeld werd in anderhalf jaar geimplementeerd.

Koning Willem I College

Paul Tjallinks omschrijft hun missie: “Het succes van de student is de reden van ons bestaan” en de visie “We zijn gewoon een goede school”. Klinkt no-nonsense. Er was door de vorige bestuurder (Coen Free) al een koersboek geschreven met veel visie op ICT. Enkele hoofdpunten hierin:

  • Onderwijs op orde: professionalisering leraren, teamvorming en samenwerking etc.
  • Onderwijslogistiek op orde: kwalificatiedossiers, van meerjarenplanning naar periodeplanning naar roostering.
  • ICT 2018 op orde: veranderende wereld, opdrachtgeverschap, leverancierschap en partnership op orde.

Men heeft toen tijdelijk een CIO aangesteld om een masterplan op te zetten en uit te voeren. Hierin ligt de nadruk op sturing (governance), BPM en Projectportfolio-management. Waarbij de volgende beleidskeuzes gemaakt werden:

  • Onderwijs is leidend (opdrachtgeverschap).
  • Techniek moet volgen (BYOD, cloud etc.).
  • Voldoen aan wet- enregelgeving (ISO27001/Wpb/Wdl).

Paul heeft op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau uitgewerkt wie waar wat doet. Als dit allemaal goed geland is geeft Paul het stokje weer terug aan de huidige bestuurder. Zijdelingse tip: gebruik ITIL/BiSL op de ISM/FSM manier.

De effecten van zijn masterplan tot nu toe:

  • Portfoliomanagement werkt.
  • Opdrachtgevers, vooral uit het onderwijs, pakken hun verantwoordelijkheid.
  • Projecten soms stoppen is juist goed.
  • Lange termijn investeringskosten dalen.
  • Samenwerking in de keten verbeterd.
  • IT minder complex.
  • Iedereen wil verandering, maar niemand wil veranderen. Onderschat cultuur niet.
  • Capaciteit en niveau zijn uit balans: van beheer naar regie vergt andere competenties.
  • Winkel open tijdens de verbouwing levert hoge werkdruk.

Het verslag is hier terug te vinden.

Onderwijslogistiek van de keuzedelen op #samboict

Martijn Broekhuizen en Jef van den Hurk laten ons een game spelen, met als doel:

  • De organisatie bewust maken van het belang van een aantal keuzen rondom het thema keuzedelen.
  • Consequenties van de keuzen in kaart brengen.

Aanleiding is dat elk ROC met keuzedelen aan het worstelen is, maar ieder het wiel aan het uitvinden is. Op dit moment moeten veel keuzes en belangenafwegingen gemaakt worden. Daarbij ondersteunt het spel. Er komt steeds een casus voorbij, waarbij advies van stafmedewerkers, studenten, ondernemingsraad etc. voorbij komt. Zelf moet je je steeds verplaatsen in iemand die een besluit moet nemen. Na de game vertelt de ROC-bode het hele verhaal met keuzes, besluitvormingsstijl en inlevingsvermogen, ja wel. Anyway, het spel uitleggen is lang niet zo leuk of duidelijk als doen natuurlijk.

In de workshop hebben we de game zelf gespeeld en ik vind het echt een aanrader … We bleken achteraf vooral naar de financiële en organisatorische kant te kijken en 0% te scoren op draagvlak. 😉

Zo te zien wordt de technologie geleverd door T-Xchange.

Implementatie EduArte Suite op #samboict

Harm Deiman en Roland Baks praten ons op de 32ste saMBO-ICT conferentie bij over de implementatie van de EduArte Suite bij het Summa College.

De moeilijkste binnen de suite om te implementeren: deelnemerbegeleidingssysteem en onderwijscatalogus. Ze vertrokken vanuit:

  • Een maatwerk applicatie voor volgsysteem.
  • Verschillende en complexe inrichtingen.
  • Per cluster eigen processen voor examinering.

Om dit aan te pakken werd college-breed een uniforme inrichting afgesproken in samenspraak met het onderwijs en de ondersteunende diensten. Vervolgens werd er een migratie-traject ingezet. Dan komt er altijd viezigheid bovendrijven, desnoods werd er via Excel als tussenstap nog data overgezet.

Harm noemt de volgende succesfactoren:

  • Werken met een uniforme inrichting maakt transparant wat de status is van de school.
  • Op het niveau van directie was er een ambassadeur.
  • Eigenaarschap werd bij onderwijsteams gelegd.
  • Continue communicatie over de voortgang.
  • Een aparte verandermanager met een expertteam voor ondersteuning.
  • Getrapte implementatie: data en procedures binnen onderwijs op orde, training en go-live.

Er kwam een zijdelingse opmerking dat ongeveer 25% van de gebruikers basisvaardigheden mist om te werken met de browser en de PC. Dat herken ik echt wel, dat tijdens de implementatie van een systeem collega’s ‘het digitale rijbewijs uit 1995’ nog niet hebben.

Keynote Nico Baken op #samboict

Nico Baken neemt ons op de 32ste saMBO-ICT mee in de ‘veranderende wereld’. Hij opent met wat filosofie van o.a. Ton Lemaire: “Het grootste risico in een turbulente tijd is niet de turbulentie zelf, maar dat we erop reageren met een denkwijze die niet langer opgaat” … Vervolgens duidt hij onze complexe omgeving. Nico’s lezing is een mengeling van science-fiction en filosofie, waarbij hij parallellen trekt tussen de bouwstenen of netwerken van het leven en van steden. Regelmatig uitstapjes makend naar gen-tech, the internet of things en kritiek op de maatschappij en het bestuur ervan.

Een term die steeds terugkomt is ‘digitale genen’. Blijkbaar noemen we alles wat uit elementen bestaat en wat we ons met een computer kunnen voorstellen, ineens digitale genen.

Ik ben helemaal niet vies van een stevig potje intellectuele oefeningen, maar Nico vind ik moeilijk te volgen. Complexiteit, chaos en netwerken op de schaal van het microscopische tot en met het macroscopische … meestal trek ik het wel. Maar deze keer moest ik toch afhaken. Ik mis steeds het verband tussen de abstracties van Nico en de concrete voorbeelden die er volgens hem bij horen.

Uiteindelijk was mijn publieksvraag aan hem wat nu zijn specifieke aanmoediging is voor ons, werkend in de onderwijssector. Zijn antwoord: ga anders kijken naar schaarste, die is er niet echt, we weten alleen niet hoe we in een netwerk daar mee moeten omgaan. Straks kan iedereen energie uploaden of zorg uploaden …

Dus.

Online leren in balans op #samboict

Leo Bakker van Kennisnet vertelt op de 32ste saMBO-ICT Conferentie over het project “Online leren in balans”. De term “in balans” komt van het bekende 4-in-balans model. Het model beoogt leren met ICT te bevorderen, waarbij de samenhang met visie, deskundigheid, leermiddelen en infrastructuur georganiseerd is.

Aanleiding voor dit traject:

  • Praktische redenen zoals krimp van studentenaantallen, in sommige regio’s lange reistijd en financiële middelen.
  • Grotere ontwikkelingen zoals herstructurering van de kwalificatiestructuur en Focus op Vakmanschap.

Erg opvallend was dat er vaak gestart wordt met ICT vanuit bedrijfsmatige redenen, terwijl gaandeweg de onderwijskundige redenen groter worden. Dat lijkt me principieel ook beter, mits de betaalbaarheid en het rendement van je investering maar niet een blinde vlek wordt. Om dit concreet te ondersteunen komt er een spreadsheet beschikbaar om kosten/inkomsten door te rekenen.

Veel discussie ontstond er over onderwijstijd en de rol van de inspectie hierin. Aangezien online-leren op afstand zeker niet zomaar telt als onderwijstijd. Afwijken van de norm mag soms wel, mits de kwaliteit van je onderwijs aantoonbaar gelijk blijft en je CVB toestemt. Meestal wordt de kwaliteit dan aangetoond met rendement (jaarresultaat/diplomaresultaat) en tevredenheidscijfers, vermoed ik.

Op het Deltion hebben ze ervaring opgedaan met “Online leren in Balans”:

https://www.youtube.com/watch?v=XNB4jzpSzPc

Op het einde advies en tips voor andere ROC’s. Geleerde lessen tot nu toe:

  • In ieder geval lijkt het leren effectiever en geconcentreerder te zijn.
  • De sociale aspecten van ‘offline-leren’ en de ontmoetingen in de klas/school worden wel gemist.
  • De leerresultaten zijn gevolgd en onderzocht door Windesheim. Deze lijken gelijk te zijn gebleven.

Over een week of twee komt de publicatie uit.

Onderwijscatalogus bij het IDCollege op #samboict

Lara Bok en Bram Lankreijer vertellen over hun onderwijscatalogus op de 32ste saMBO-ICT Conferentie. In de doorgroei willen ze voorgesorteerde leertrajecten aanbieden met keuzedelen, aansluitend bij de herziene kwalificatiestructuur. Vanuit hun ambitie maken ze het zichzelf niet makkelijk: Het ID College heeft in haar ambitie staan dat ze maatwerk en gepersonaliseerd onderwijs willen bieden. Dat is bij grote instellingen altijd al een uitdaging geweest, massamaatwerk enzo.

De complexiteit ontstaat doordat je op grote schaal je onderwijsaanbod, de bouwblokjes in je opleidingen, je faciliteiten en de keuzes van studenten combineert tot een werkbare planning. Waarbij de hele onderwijslogistiek nog betaalbaar blijft lijkt me. In hun applicatielandschap betekent dat koppelingen tussen EduArte, GPUntis en SharePoint. Het geheel wordt wel onder architectuur gebouwd.

De uitgangspunten die ze hanteren:

  • De onderwijscatalogus centraal. Het is gevuld met roosterbare onderwijsproducten, die qua omvang per stuk ongeveer 10 weken duren. Het kan ook kleiner, maar zo is het meer beheersbaar. De verwachting is dat je algemene producten kunt hergebruiken.
  • Haalbaarheid boven perfectie! Iets dat ik vaak tegen mezelf moet zeggen, dus had ik wel gevoel bij deze kreet. Soms kun je zo lang bezig zijn met het ideaalplaatje van processen met applicaties dat je eigenlijk nooit aan de slag kunt gaan. De valkuil is dan dat je pas gaat implementeren als alle puzzelstukjes klaar zijn. Terwijl het handiger is om te gaan werken met dat stukje dat haalbaar is.
  • Zoveel mogelijk aansluiten op de bestaande systemen
  • Denken en werken parallel als motto. Het ideaal plaatje van ‘eerst denken, dan doen’ lieten ze los. Normaal gesproken bekijk je eerst je processen, dan de use-cases daarbinnen, dan de functionele eisen en ontwerp en pas daarna ga je bouwen en testen. In plaats daarvan leverde men de basisfunctionaliteit op, waarna steeds meer complexe mogelijkheden worden toegevoegd.

Omdat ik al eerder over het ID College geblogd had was ik nieuwsgierig naar hun applicatielandschap en de integratie tussen systemen. Concreet lijkt het me moeilijk om toe te komen met Untis en maatwerk in SharePoint On Premise als je echt wilt automatiseren. Het komt over alsof je toch veel werk hebt om de gegevens aan elkaar te knopen, aangezien Untis niet uitblinkt in koppelvlakken. Daarnaast vergt de eigen bouw in SharePoint ongeveer 1 FTE voor alleen de functionaliteit op het gebied van de onderwijscatalogus. Maatwerk blijft natuurlijk een keuze, maar dan is het goed om hier rekening mee te houden.

Met je school naar de Office365 cloud: Heb ik meer bandbreedte nodig?

Zoals met alles, dat hangt er van af. Kort omschreven is het antwoord “Ja”, als je toekomstige behoefte je huidige capaciteit overschrijdt. Praktisch gezien maakt het nogal uit of bestanden over je lokale netwerk lopen, met de capaciteit van je eigen switches/bekabeling/wifi of over ‘internet’. Elke handeling, bestand openen en opslaan, zijn te vergelijken met down/uploaden. Normaal gesproken als je een bestandje download van internet en het duurt 30 seconden dan is dat meestal niet erg. Ondertussen surf je verder. Als je echter een willekeurig Word bestandje opent en het duurt zo lang, dan leidt dat tot irritatie.

Onderstaande benadering gaat er vanuit:

  • dat je je normale netwerkschijven bij Microsoft parkeert in de vorm van teamsites met bibliotheken. Je wilt tenslotte naar de cloud of niet soms?
  • dat je nog niet direct iedereen aan het digitaal vergaderen en Skypen hebt.
  • dat je niet je complete mediatheek upload naar de Video portal en elke les aan 1000 studenten streamt.

De laatste twee zijn ook tof, maar dan zou je onderstaande stappen wat moeten aanpassen.

 

  • Bepaal het aantal gebruikers van Office365, zowel je collega’s als studenten.
  • Maak gebruikersprofielen (licht, medium en zwaar gebruiker)
  • Schat de de gemiddelde grootte van interactie (in KB) en de frequentie (aantal interacties per uur) per profiel.
  • Schat het percentage gelijktijdig ingelogde gebruikers.
  • Maak een schatting van het percentage licht, medium en zware gebruiker binnen je organisatie.
  • Reken bovenstaande om naar absolute aantallen personen en hun gebruik.
  • Vergelijk dit met je huidige capaciteit.

Als je overigens als MBO instelling op SurfNet zit dan heb je één voordeel: Van SurfNet naar Microsoft lopen rechtstreekse dataverbindingen en dat wordt als intern verkeer gezien. De bandbreedte van je eigen instelling naar SurfNet moet dan hoger zijn dan bovenstaande inschatting.

SharePoint Sitecollecties Ontwerpen: Structuurplaat voor Kwaliteitszorg

Over het belang van ontwerp en structuur in je tenant heb ik eerder geschreven. Nu een concreet voorbeeld uit de serie voor een omgeving waar de collega’s van kwaliteitszorg samenwerken met onderwijsteams. Het blijft natuurlijk een voorbeeld ter inspiratie. De nadruk ligt nog op bestanden.

Visueel (klik voor hogere resolutie):

SC Structuurplaat Kwaliteitszorg

Wat het toont is:

  • Het platform SharePoint zelf.
  • De Sitecollectie voor alles dat met kwaliteitszorg te maken heeft. Deze bevat 3 bibliotheken, een algemene, een overlegbibliotheek voor de kwaliteitszorg medewerkers en het archief. In het archief komen bestanden uit de subsites nadat deze opgeruimd worden.
  • Voor elke school een subsite met ‘jaarbibliotheken’. Aangezien de processen van kwaliteitszorg cyclisch zijn. Daarnaast lopen er altijd onderzoeken binnen scholen. Deze verschillen inhoudelijk van focus en omvang. De betrokkenen uit de scholen kunnen steeds wisselen. Per onderzoek wordt er daarom een groepje geautoriseerd voor een ‘onderzoeksbibliotheek’. Om de resultaten van een onderzoek bredere bekendheid te geven is er een ‘publicatiebibliotheek’. Deze is te lezen door alle medewerkers van een school.
  • Als de rechten geërfd zijn, dan kunnen ‘eigenaren’ beheren (iemand binnen kwaliteitszorg die dit coördineert), ‘leden’ bewerken (het team kwaliteitszorg) en ‘bezoekers’ lezen (docenten uit een school).
  • Als de rechten niet geërfd zijn, dan is er meestal een aparte of beperkte groep die beheer/bewerking doet.

Welke samenwerking je op welk niveau doet, hangt af van je situatie. Of je de samenwerking ‘wegstopt’ in een mapje, bibliotheek of eigen subsite is een kwestie van aanvoelen.

Ziet het er ingewikkeld uit? Ik vind natuurlijk van niet. Elke plaat die je tekent van samenwerkingsverbanden binnen grotere organisaties kent veel elementen. Het aantal subsites en bibliotheken wordt best groot. Tegelijkertijd is het voor een individu toch overzichtelijk: hij ziet namelijk alleen datgene waar hij/zij rechten op heeft.

Mocht je deze stijl handig vinden èn willen aanpassen voor andere situaties dan is hier het originele bestand.