Applicatie-integratie bij Leeuwenborgh

Ludo Cuijpers van Leeuwenborgh opent met wat cijfers over computerbezit. Dit omdat men een laptop verplicht wilde stellen. Managers: “Dat kun je toch niet verplichten?” IT Dienst: “Ze hebben er toch al minstens één.” Ludo stuurde een vraag aan JOB: kan het ROC mij verplichten een laptop aan te schaffen? Antwoord: “Ja, als het in de OOK” staat.

Daarna volgde een feel-good-movie over hun ROC, waarin de hun infrastructuur getoond wordt. Laptops, wifi, datacenter etc. Alhoewel interessant en indrukwekkend (sommige 😉 ROC’s zitten nog in het stadium “er is geen onderwijsbeleid waaruit de noodzaak voor een draadloos laptop blijkt…”), vroeg ik me toch af wat het verband was met “Applicatie-integratie”.

Zelf ben ik groot voorstander van draadloos toegang, alleen al omdat open-leer-centra meer op legbatterijen lijken dan een werkcontext simuleren. Alleen het via school aanschaffen, denk ik iets anders over. Als zo’n laptop iets krijgt, heb je vervolgens als school een probleem. We laten studenten ook zelf hun tas, schrift en etui uitzoeken. Gaan we ook niet leveren, toch? Liever zou ik eisen stellen op het gebied van virusscanner en patches etc. Dat vergt wel weer geavanceerd beheer van je netwerk.

Maar daarna ging Ludo weer on-topic: zelf hebben ze hun mail (10k users) uitbesteed aan Google-Apps. 30% van de studenten gebruikt dat actief. Hun roostersysteem GPUntis wordt ook via Google Apps ontsloten. Verder zit hun back-office op SAP voor HRM, Fin, CRM etc. Enkele uitdagende stellingen:

  • We ondersteunen alleen webbased educatieve applicaties.
  • We bieden geen (!) printmogelijkheden voor studenten.
  • We zijn van 600 naar 26 applicaties teruggegaan.

De motivatie o.a. om het applicatielandschap op te schonen, was omdat Leeuwenborgh met teruglopende studentenaantallen te kampen had. Zuid Limburg vergrijst nogal en dat merken ze. Om zich te profileren is juist op IT niet bezuinigd. Terwijl het indirect wel geld opleverde: minder beheer, meer personeel voor primaire proces.
In plaats van “Best-of-Breed” is men voor een ERP gegaan. Men blijkt op deze manier ruimte te hebben om zelfs beheer te plegen voor de studenten laptops. 

Risico: De dienst ICT verliest de verbinding met de werkvloer. Hiervoor is er een ICT&Onderwijs groep, panelgroep deelnemers, panelgroep medewerkers en een ERP groep. Oftwel: heel concreet, veel draagvlak creeëren. Men organiseert themadagen en gebruikersgroepen. Het geheel past in hun eigen “Alignment-model”. Daarnaast benadrukt Ludo de noodzak van scholing, scholing en scholing… voor medewerkers dan…

Samenhang in het applicatielandschap

Ik ben vandaag op het ROC Mondriaan voor de 19de themaconferentie van ROC-i-Partners, in hun nieuwe gebouw. Het gaat vandaag over “Samenhang?” of “Samenhang!”.

cloudcomputing

De keynote werd gegeven door Ben Gorter van Surf Diensten en droeg de titel  “Cloud Computing, een nieuwe dimensie voor integratie van ICT services”. Zelf had ik Ben al een keer hierover zien presenteren op Heliview. Ben vertelt dat om de paar jaar Surfdiensten met een innovatieplan komt. Wellicht overbodig, opent hij met een verhaal over de diensten van Surf. De link naar cloud computing legt hij door ontwikkelingen te schetsen op het gebied van SAAS.  Zijn boodschap “HET is er en ga er iets mee doen…” Wat is HET dan?

“HET” is alles dat we online doen met het hele scala van diensten. Voor consumenten makkelijk te demonstreren met Google etc en zelfs Amazon. Voor bedrijven illustreert hij SAAS met SalesForce en WorkDay. Ben zijn zijn zorg: de meeste IT afdelingen zijn zich van deze ontwikkelingen niet bewust. De volgende stap is niet alleen online applicaties afnemen, maar ook online applicaties ontwikkelen op een speciaal “platform” hiervoor. Als laatste noemt hij “Infrastructuur-as-a-Service” en “Business-Process-as-a-Service”. 

Ben sluit met een plaatje van de stoommachine: in het begin geloofde ook niemand dat zoiets heel groot zou worden en “ontwrichtend” zou werken. Zo ook met Cloud Computing. Verder brengen deze ontwikkelingen de kosten een heel stuk omlaag.

Wat betekent dit voor ons:

  • meer keus in aanbieders
  • exploitatiekosten versus investeringskosten
  • snellere implementaties
  • andere contracten: dienst ipv integratie
  • nieuwe dimensies of lagen in applicatie-integratie
  • data-portability

Meer over samenhang in de volgende posts.

Dankzij TrendMatcher hier de presentatie:

Cloud Computing
View SlideShare presentation or Upload your own. (tags: rocip19 surfdiensten)

19de themaconferentie ROC-i-Partners via twitterfountain

Sommige ideeën zijn beter goed geleend dan slecht verzonnen zeg maar. Dus ook ik probeer een twitterfountain te starten. De gebruikte hashtag is #rocip19.

Wellicht had iemand anders een suggestie voor een passende tag voor de 19de themaconferentie ROC-i-Partners? Tips vond ik via deze link.  Bijvoorbeeld:  “rocipartners19” vond ik te lang,  de afkorting “rip19” klinkt zo terminaal, roci19.. roc19… Het blijft toch iets dat ad-hoc ontstaat, een conventie van mensen onderling, een soort Index2.0 dus.

In eerste instantie zal het leeg blijven, het duurt even voor de fountain de stream tweets uitfiltert…

Waardedisciplines in het onderwijs

Veel keuzes of beslissingen van een organisatie zouden aanknopingspunten moeten hebben met de missie en visie van die organisatie. Nog vaker geven bestuurlijke agenda’s en “kaderbrieven” concrete hints of prioritering. Toch is het niet altijd zo makkelijk.

Een andere insteek is daarom het model van Treacy en Wiersema. Dit model is eigenlijk bedoelt om marktleiders te onderscheiden. Alhoewel concurrentie tussen ROC’s “anders” werkt dan tussen bedrijven, kan het model toch handig zijn.

Het onderscheid 3 generieke waardedisciplines of dimensies:

  • Operationele Voortreffelijkheid: In welke mate ben je competent op operationeel niveau? Hoe gesmeerd loopt alles? Verlopen de processen vlot en zonder haperingen? Uitblinken hierin leidt tot het effectief en efficiënt leveren van producten.
  • Productleiderschap: In welke mate is je product onderscheidend? Lever je iets wat niemand levert? Is dat uniek in zijn soort? Uitblinken hierin leidt het “beste” product.
  • Klantintimiteit: In welke mate reageer je op de klant? Staat deze centraal? Uitblinken hierin leidt tot de best geboden oplossing, in de beleving van elke klant.

Hiervoor gelden 4 regels:

  • Blink in 1 waarde uit.
  • Handhaaf een drempelniveau voor de andere 2.
  • Verbeter jaar na jaar de waarde waarin je uitblinkt.
  • Bouw een goed-afgestemd operationeel model dat is toegewijd aan het leveren van deze onovertroffen waarde.

De vergelijking met klanten en studenten, producten en opleidingen is in mijn ogen snel gemaakt. Ga je voor “operational excellence” dan zul je voor systemen kiezen die het proces optimaliseren, niet zozeer de deelnemer ondersteunen bij het leren. Ga je voor “product leadership” dan wil je “de beste opleiding” aanbieden die er is. Wat “het beste” dan precies is, laat ik voor het gemak 😉 in het midden. Ga je voor “customer intimacy”, dan is geen maatwerk teveel en lukt het om de deelnemer echt centraal te stellen.

Concreet voorbeeld: gaan we eerst zoeken naar een portfoliosysteem of een studentadministratiesysteem? Afhankelijk van de weging van bovenstaande 3 waarden is een keus dan duidelijker te maken. (En de optie: “we doen ze allebei tegelijk” is niet zozeer lef om veel aan te pakken maar kan angst zijn voor een echte keus) 

Vragen die het bij me oproept:

  • Zou “de mate waarin” een organisatie presteert in deze 3 dimensies te meten zijn? Met een scan of zo? Van die “120 vragen op 5 puntsschaal” onderzoekjes?
  • Zouden ROC’s die uit elkaars ruif eten deze waarden kunnen gebruiken om zich in dezelfde regio of voedingsgebieden juist wèl te onderscheiden?

The Long Tail van ROC Tilburg

Naar aanleiding van mijn post gisteren, waarin ik me afvroeg of er sprake is van een Long Tail in het onderwijs, gelijk maar even de proef op de som genomen.

Eerste vraag: Wat is ons product? Eigenlijk is dat het NIA of “Nauwkeurig Inschrijf Aanbod”. Deze komen meestal in cohorten met wat smaakverschillen. Een NIA valt weer onder een CREBO, zeg maar een uniek nummer voor elke opleiding. Dus om het niet direkt te ingewikkeld te maken, zeg ik: product = CREBO.

Tweede vraag: Hoeveel wordt elk product afgezet? Dat zou het geconsumeerde aanbod moeten zijn. Oftewel: hoeveel inschrijvingen zijn er op een bepaald CREBO. Los van behalen van diploma of niet, aanwezigheid of niet.  Ook om het hier niet weer te ingewikkeld te maken, zeg ik: consumptie = deelnemer met een inschrijving.

Vervolgens heb ik een tabel samengesteld met daarin alle CREBO’s en het aantal deelnemers op 1 oktober 2008. Deze is vervolgens gesorteerd van veel naar weinig deelnemers. Onderstaande grafiek toont de “Long Tail”. (Ik heb de soorten CREBO’s weggelaten om geen info over de 1 oktober telling te geven voordat deze goed en wel in Groningen zijn 😉 )

roc-tilburg-totaal

Enkele cijfers:

  • 218 CREBO’s bedienen zo’n 10.500 studenten.
  • De 25 populairste hiervan bedienen 50% van de studenten.
  • De 73 populairste hiervan bedienen 80% van de studenten.

Omdat in deze grafiek zowel oude opleidingen zitten als de nieuwe CGO opleidingen, heb ik de CGO opleidingen (CREBO 9xxxx) er uit gefilterd. Dan wordt het beeld toch wel anders!

roc-tilburg-exp

Enkele cijfers:

  • 128 CREBO’s bedienen zo’n 7.100 studenten.
  • De 20 populairste hiervan bedienen 50% van de studenten.
  • De 51 populairste hiervan bedienen 80% van de studenten.

Dan zou er eigenlijk geen sprake zijn van een echte “Long Tail”! Je ziet dat ook aan de “rugvorm” voor de staart van de grafiek.

Een andere weergave van dezelfde gegevens laat zien welk percentage CREBO’s je nodig hebt om welk percentage deelnemers te bedienen. Waarbij de populairste opleiding voorop staat.

roc-tilburg-relatief

Hieruit is te concluderen dat 50% van de deelnemers bedient worden door 16% van onze opleidingen. 80% van de deelnemers wordt bedient door 40% van onze opleidingen.

Vragen ter onderzoek die het bij me oproept:

  • Is mijn conclusie juist dat er geen sprake is van een Long Tail?
  • Als deze er al was, is deze dan juist minder geworden na invoering van CGO?
  • Is er dan minder maatwerk?
  • Hoe zou dit werken als een student inschrijft op een domein i.p.v. een opleiding?
  • Zouden rendementen van niche-opleiding consequent hoger of juist lager zijn?
  • Is er een andere definitie van “product” te verzinnen? CREBO is toevallig eenvoudig meetbaar.

Is er iemand anders die dit soort cijfers heeft van zijn ROC?

Resultaten verkenningsfase “Excellent Leren”

Vier ROC’s zijn een gemeenschappelijk project begonnen met de titel “Excellent leren, excellent organiseren”. Uit de verkenningsfase is een notitie voortgekomen. Alhoewel mijn ROC niet aan dit project meedoet wilde ik toch enkele puntjes delen, vooral omdat ik de conceptuele vergelijkingen met andere grote instellingen (UWV en Beatrix Ziekenhuis Gorinchem) handig vond.

In deze fase is verkend welke doelstellingen deze onderwijsinstellingen hebben en hoe differentiatie bijdraagt aan deze doelstellingen. Van hieruit vertrekkend is gekeken naar 4 thema’s: Expertsysteem, (Permanente) Intake en toewijzing, organisatie van de uitvoering en integrale implementatie.

  1. Expertsysteem: Gesteld wordt dat logistiek gaat over voorspellen. Zowel UWV als het ziekenhuis steken veel energie in de ontwikkeling van klantprofielen of typologieën, om klanten snel in het juiste behandelingstraject te kunnen plaatsen. Door dit systeem continu te vullen ontstaat een “expertsysteem” dat gebruikt kan worden voor het doen van voorspellingen en risicoanalyses.
    Zelf heb ik “wel eens” gehoord van leerprofielen, maar een compleet deelnemerprofiel zou inderdaad handig zijn. Waarbij leerstijlen een onderdeel is van het complete deelnemerprofiel. Andere kenmerken zouden kunnen komen uit de inhoud van het ELD. Dan veronderstel ik wel dat als je maar genoeg profielen verzamelt, je er statisch iets mee kunt. Overigens zou de optelsom van deze profielen, geaggregeerd en geanonimiseerd, veel regio informatie kunnen opleveren. Onderzoekje waard: zou je het ELD kunnen gebruiken als deelnemerprofiel om er vervolgens je expertsysteem mee te vullen èn dat vervolgens kunnen gebruiken als hulpmiddel bij sturing?
    Overigens hebben onderwijsinstellingen al moeite genoeg om zaken te plannen waar ze opzich zeker van zijn. Voorspellen zit hier nog een eindje voor. Dat zou meer tijd geven om planmatiger te werken.
  2. Permanente Intake: Gepleit wordt voor een intake als onderdeel van het hele ketenproces en niet een opzichzelf staand moment van diagnose. Het lijkt me dat als een deelnemer een voortdurend veranderende vraag heeft dat dan de afstemming een voortdurend veranderend aanbod moet opleveren. Dan kom je er inderdaad niet met alleen een eerste intake. Tijdens loopbaanbegeleiding en coaching zouden veel intake “elementen” terug kunnen komen.
    Triage: Is eigenlijk een soort sorteren van slachtoffers tijdens rampen en op eerste hulp afdelingen. Klinkt wat dramatisch, maar het is te vergelijken met het toewijzen naar een traject, als de diagnose gesteld is. Opvallend:
    In een ziekenhuis moet men in theorie 30.000 DBC’s (diagnose-behandelcombinaties) kunnen hanteren. Echter 80% van de omzet wordt gerealiseerd met 26 DBC’s! Er is dus veel voorspelbaar: de veronderstelling is dat 80% van de leerloopbanen voorspelbaar en planbaar is.
    Nu ben ik toch bang dat in het onderwijs we meer “Intake-Leertrajectcombinaties” hebben, zeker om 80% te bereiken! Dan zou er in het onderwijs sprake zijn van een soort Long-Tail. In tegenstelling tot de zorgsector.
    Onderzoekje waard: Weet iemand meer van de Long Tail in het onderwijs? Dan zou er sprake zijn van een groot aanbod van opleidingen dat slechts een klein publiek of een niche dient, maar gezamenlijk hebben deze een groter marktpotentieel dan de “populaire” opleidingen.
  3. Organisatie: Hier komen een hele rits onderwerpen voorbij:
    Netwerken en co-makership Om efficiënt om te gaan met middelen is er samenwerking met ketenpartners nodig. In het onderwijs gebeurt dat al mondjesmaat door samen te werken met instellingen voor werkgelegenheid en zorg etc. Echter: wie is er probleemeigenaar in netwerk organisaties? Bij de UWV is dat de re-integratiecoach. Wie is dat in het onderwijs?
    Ontkoppelpunt Waar leg je de knip tussen standaard en maatwerk. Er is nooit één soort van maatwerk. Maatwerkprofielen zouden dan weer te koppelen zijn aan klantprofielen…
  4. Integrale Implementatie: Er wordt een gelijkoplopende ontwikkeling aanbevolen. Een eenzijdige inzet op één organisatie-element is niet efffectief. Dus als onderwijs, organisatie, planning en systemen een verschillende mate van flexibilisering ondersteunen wordt je doel niet bereikt.

Kortom: leerzame verkenning. De volledige notitie is hier te vinden (met toestemming IVA, waarvoor dank).

Parell bijeenkomst

Ik was gisteren weer aanwezig bij een PARELL bijeenkomst. Ondertussen is bekend geworden wie programmamanager wordt: Gisela Lindner. Veel succes als “kartrekker”!

Omdat het overleg gedeeltelijk mededelend en uitwisselend van aard was, komt er in dit blogje van alles voorbij, maar ik wilde het toch delen.

Er bleek een uitgebreid artikel over Parell verschenen te zijn in de MBO Krant. Voor wie iets meer wilt weten over de doelstellingen een aanrader, op bladzijde 4 en 11. Overigens kende ik het initiatief tot deze krant niet, maar ik kom er achter dat alle publicaties van MBO2010 via deze feed te volgen zijn. De aandachtsgebieden op het gebied van onderwijsbedrijfsvoering en de link met PARELL is uitgewerkt in bijgaand model.

mbo2010bedrijfsvoering

Verder deed Frida Hengeveld een oproep aan alle contactpersonen om binnen hun organsiatie ook na te gaan wat de behoefte is bij bestuurders van ROC’s. Welke vragen leven er op het gebied van onderwijsbedrijfsvoering en hoe geven we participatie en uitwisseling vorm? De betrokkenheid op dit niveau is onontbeerlijk maar blijft een uitdaging. Ook gisteren was de opkomst van contactpersonen beperkt. Overigens heeft elk startend netwerk of community in het begin nog niet genoeg “tractie” om op impuls door te drijven. Dat kost altijd tijd en een “kartrekker” 😉 .

Ondertussen gaat er een tweede tranche met geld naar TripleA voor o.a. de uitwerking van de overige onderdelen. De producten die dit oplevert zijn niet alleen beschikbaar voor de instellingen die meededen aan de aanbesteding van Kernregistratie Deelnemers, maar voor alle instellingen.

Vervolgens gaven 3 ROC’s een presentatie van hun ervaringen, tot nu toe, met de doorbraak-projecten-HPBO: Excellent Leren, Excellent Organiseren.

  • Piet de Kant van ROC Aventus bracht het als volgt onder woorden: “Wij roepen wel dat we de student centraal zetten, maar doen we dat werkelijk?… We roepen wel dat we willen flexibiliseren, maar in welke mate dan?… We roepen wel dat er maatwerk willen, maar wat is dat dan?…” Hij hoopt daar tijdens het project duidelijkheid over te kunnen krijgen. Het doel is uiteindelijk te komen tot individuele leerroutes. Tijdens de presentatie kwam naar voren dat “stelselcondities” één van de thema’s gaat worden, tijdens de verkenningsfase.
    Dat wekt bij mij nieuwsgierigheid op omdat ik soms “het gevoel” heb dat bekostigingsstructuren, CAO’s en verantwoordingseisen (compliancy is geloof ik het engelse woord 😉 ) flexibilisering in de weg staan.
  • ROC eindhoven presenteerde hun TIME methodiek en die vindt ik zo praktisch dat ik er een apart blogpostje aan ga wijden. Het staat voor Toegepast Integraal Model Eindhoven. (Ik ga toch een keer in een verloren uurtje afkortingen verzinnen denk ik 😉 Neem een pakkende engelse term, wat mindmappen en we kunnen weer vooruit 🙂 ) Wat deze methodiek organiseert is dat er 4 niveau’s van flexibilisering gescand worden op 4 pijlers. Waarbij het dus zaak is, als je een bepaald niveau wilt bereiken, je in àlle pijlers even ver bent. De scan brengt dat in kaart en levert dus aandachtsgebieden op om op te sturen.
  • Jan Hammink van ROC Twente vertelde over de onderwijslogistieke obstakels van hun major/minor model. Dit heeft hen er toe gebracht het aantal aangeboden minors terug te brengen. De verdiepende minors zijn dan nog het makkelijkst aan te bieden. De verbredende minors die opleidingen of sectoren overschrijden (Kan ik iets met medische ICT leren? Kan ik administratie doen in het Duits, we wonen vlak bij de grens? etc) zijn moeilijker aan te bieden. De behoefte aan “cross-over” opleidingen wordt overigens wel getoetst door te kijken naar de arbeidsmarkt etc. voordat het daadwerkelijk wordt aangeboden.
    Een pluspunt: “Nu we met 8000 studenten op één locatie zitten hoef je voor sommige minors alleen maar over te steken”. Wat maar eens benadrukt hoe gebouwlijke inrichting iets (on)mogelijk maakt.
    Opmerking van de inspectie: pas op dat maatwerk met veel digitale content (lees: verticale boeken zonder interactie in een ELO) niet leidt tot “eenzaam leren”…

Zijdelings kwam nog even ter sprake dat het Expertise Centrum Beroepsonderwijs een soort R&D functie binnen de BVE sector moet krijgen. Met als doel:

Het ECBO zal wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis ontwikkelen, verzamelen en verspreiden die voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie relevant zijn. Het expertisecentrum zal zich de komende jaren ontwikkelen tot hèt informatiepunt voor de sector.

Als dit bijdraagt aan meer “Evidence Based Onderwijs” dan juich ik dit natuurlijk toe. Als er iemand is die een beetje overzicht houdt over alle expertisecentra, dan houd ik mij aanbevolen 😉 .

Al met al een nuttige bijeenkomst!

Signaal/herrie verhouding

Met alle aggregatie systemen om feeds te volgen, ontstaat er wel een zogenaamde “firehose” aan berichten.  Oftewel: zet de brandweerspuit maar open. Ik merk(te) het bijvoorbeeld:

  • Het aantal ICT blogs dat ik volg is ongeveer 75. Dat leidt tot ongeveer 50 berichten per dag. Deze zijn soms kort, soms meer opinie en achtergrond. Daarnaast nog blogs over architectuur, kunst en muziek.
  • Het aantal twitteraars dat ik volg is 56. Nu ik ze volg via Google Reader, merk ik pas hoeveel tweets er binnenkomen. Als ik 4 uurtjes even niet op twitter zit, staan er 100 tweets klaar.
  • Mijn afwezigheid op Eduexchange en het proberen te volgen van tag #edux2008 via de twitterfountain illustreerde het helemaal. Tweets komen continue binnen.

Hoe hier mee om te gaan?

  • Tweets zijn in Google Reader in de lijst weergave zeer snel te scannen. Nadeel van reader is wel dat het feeds gedeeltelijk per persoon afloopt in plaats van volgens de timeline. In ieder geval is de chronologische volgorde gedeeltelijk weg.
  • Accepteren dat niet alles te volgen valt. Als het echt nieuws is, dan vindt het mij toch wel.
  • Selectief zijn, soms unfrienden, unfollowen en unsubscriben. Unfrienden schijnt de trend van 2009 te worden, asociaal hé. Vond deze comic wel illustratief.

Aandacht van eeen mens is eindig en kan niet opschalen. Deze Attention Crash wordt door steve Rubel als volgt benoemd:

“We are reaching a point where the number of inputs we have as individuals is beginning to exceed what we are capable as humans of managing. The demands for our attention are becoming so great, and the problem so widespread, that it will cause people to crash and curtail these drains. Human attention does not obey Moore’s Law.”

Een oplossing wordt soms gezocht in intelligente systemen die ons zo goed kennen dat ze “noise” van “signal” kunnen filteren. Wat voor de een echter nuttig is, is voor de ander “herrie”. Dat weet alleen de persoon zelf of een systeem dat je persoonlijke voorkeuren en stijlen helemaal kent. Wie dat uitvindt komt komende kredietcrisis ook wel door…

Congres Onderwijslogistiek en CGO

Ik kreeg vandaag de vooraankondiging binnen van het “Congres Onderwijslogistiek en CGO” en ik herhaal hieronder slechts de inhoud van de mail. Omdat onderwijslogistiek, flexibilisering en onderwijsbedrijfsvoering bij steeds meer mensen focus krijgt, leek het me handig om het ook hier aan te kondigen.`

Header
Geachte mevrouw, heer,Zoals u wellicht weet hebben de belangenverenigingen in het MBO de handen ineen geslagen op het gebied van ICT. De samenwerking tussen ROC-i-partners, BVE-Platform en DEUG wordt geïntensiveerd en de eerste activiteit die daadwerkelijk samen wordt opgepakt is het Congres Onderwijslogistiek en CGO, op 12 februari aanstaande.Op deze bijeenkomst komen samenwerkingsprojecten en ook onderwijsinstellingen zelf aan het woord om de ervaringen die men opdoet met de implementatie van CGO te delen. De uitdaging voor wat betreft logistiek en planning in het vernieuwde onderwijs wordt in een breder kader geplaatst door een spreker van de Nederlandse Spoorwegen.Bij deze vragen wij u om deze datum in uw agenda te reserveren. Wilt u vast aanmelden? Dan kan dat via ons aanmeldformulier. Nadere informatie ontvangt u in januari.

Programma

  Lunch
13.00 1. Opening door de heer Luc Verburgh, loods MBO2010
  2. Keynote door de heer Abbink van de Nederlandse Spoorwegen
  Pauze
  3. Eerste ronde parallelle sessies ‘ervaringen met onderwijslogistiek en CGO’
  4. Tweede ronde parallelle sessies ‘ervaringen met onderwijslogistiek en CGO’
  5. Afsluiting door mevrouw Frida Hengeveld, voorzitter Parell
17.30 Borrel

Locatie

ROC van Amsterdam, Tempelhofstraat 80, 1043 EB Amsterdam


Met dit programma bieden we u een leerzame middag, waarop kennisdeling en samenwerking centraal staan.
Het is immers niet nodig om op verschillende plaatsen het wiel opnieuw uit te vinden! Grote kans dat het ook een stimulans is voor verdere samenwerking en kennisdeling na afloop van de bijeenkomst.

We zien er naar uit u te mogen ontmoeten op dit congres.

Met vriendelijke groet,

Jim Bijlstra, voorzitter BVE-Platform

Ben Geerdink, voorzitter ROC-i-partners

Olaf van Nugteren, voorzitter DEUG

Twitter in je feedreader

twitter bird

Ik heb gelukkig niet al de 10 kenmerken van een twitter verslaafde maar ook ik bemerk dat tectonische aardverschuivingen in mijn leven gewoon tussen lekker-wijntje-berichten staan.

In het begin gebruikte ik de Twitter site zelf om te lezen en te posten. Later hellotxt om naar meerdere platforms te microbloggen. Lezen deed ik ondertussen met Twhirl. Omdat de mobiele variant van hellotxt raar doet op mijn Blackberry, schoof ik ondertussen door naar Ping.fm want die post ook naar Brightkite. Zodat tweets ook nog eens een keer aan mijn locatie gebonden worden.

Ondertussen nam het aantal mensen dat ik volg toe. Ik zit nu op 55. Dat valt eigenlijk niet meer te lezen met de meeste clients. Zonder veel te hoeven terugbladeren. Zeker niet met de site van Twitter zelf. Toch wil ik als junkie alles wel volgen. Toen dacht ik: geen betere scanner dan Google Reader. Elke gebruiker op Twitter heeft tenslotte een feed. Maar per stuk gaan volgen is ook zo veel werk. Voor het bulk exporteren van feeds is er het bestandsformaat OPML. Dus vandaar deze ‘hack’:

  • Log eerst op de site van Twitter in.
  • Ga naar Sminkybang
  • Klik op de link “Create twitter OPML”
  • Op de een of andere automagische manier komt er een tekstvak met al je feeds. Kopieer deze.
  • Plak het in notepad of zo en sla het op als twitter.opml
  • Open Google Reader of een andere reader die OPML import kan doen.
  • Importeer OPML.
  • In Google Reader kun je filteren op trefwoorden. In dit geval alles dat begint met “Twitter”.
  • Ken eventueel een tag er aan toe, zodat Tweets apart blijven van blogs die je volgt.

Ik besef wel dat dit alleen handig is bij een initiele import. Elke volgende persoon die ik volg, zal alsnog apart toegevoegd moeten worden aan Reader. Happy tweeting!