Category Archives: Conferentie

Netwerk Examinering en Digitalisering

Ik ben vandaag online te gast op de 44ste en laatste saMBO-ICT Conferentie. ROC van Amsterdam is gastheer. In de vierde workshopronde vertellen Nelleke Lafeber, Ilse Hofman (MBO Raad) Martijn Bijleveld, Rob Vos (saMBO-ICT) over “Het netwerk examinering en digitalisering (NED)”

De aanleiding voor het ontstaan van netwerk was het ‘rondzweven’ van allerlei vragen binnen de context van examinering. Deze gaan dan over beveiliging, audits, inkoopovereenkomsten, wet- en regelgeving etc, maar dan steeds met een digitale component.

De situatie in Nederland is grofweg dat 60 ROC/AOC instellingen met 20 examenleveranciers en stichtingen te maken hebben die 10 verschillende toetsbank- en afnamesystemen vergen. Achterkant bierviltje niveau hoor maar breng hier maar eens eenduidigheid in. Wat het wel illustreert is de verspilling in dubbel werk, collectief.

Vanuit mijn eigen werk merk ik ook dubbel werk als individu, omdat we al die afname-systemen en toetsbanken steeds per stuk moeten beoordelen op beveiliging en technische eisen, per stuk moeten inkopen en implementeren, per stuk moeten koppelen etc. Het gekke is dat alle ROC’s natuurlijk min of meer zelf aan het roer staan van deze stichtingen. Waarschijnlijk krijgen we dus het huiswerk deels zelf terug.

Het netwerk met de 4 werkgroepen ziet er schematisch zo uit:

Het doel van het netwerk is dus om samen concreet met vraagstukken aan de slag te gaan, zoals een goed netwerk betaamd.

Disclaimer: ik ben lid van het NED, zit in werkgroep 3 (informatiemanagement en architectuur) en erg blij met dit initiatief omdat collectief optrekken erg in mijn aard ligt.

Toetsen op maat: inschrijven op toetsen en examens met Xedule

Ik ben vandaag online te gast op de 44ste en laatste saMBO-ICT Conferentie. ROC van Amsterdam is gastheer. In de derde workshopronde vertellen Jeroen Derksen (KW1C), Ivo Domburg en Peter Verdaasdonck (Visma Advitrae) over een nieuwe module binnen het selfservice portaal van Xedule (Myx).

Het programma stelt: “De student wordt een persoonlijk toetsprogramma geboden. Het biedt de individuele student de mogelijkheid om in te schrijven op toetsen en zelf het meest geschikte toetsmoment te kiezen. Dit betekent meer regie bij de student, minder no-shows én een optimaal gebruik van de beschikbare capaciteit.”

Jeroen vertelt de doelen die ze met het traject hebben:

  • Een reductie van de no-shows en administratieve last.
  • Flexibilisering en regie over het eigen leertraject.

Ze hadden Xedule al voor planning & roostering, maar zochten dus manieren om de student zelf te laten inschrijven op toetsen. Na het opstellen van een eisenprogramma, is er een marktverkenning geweest. AdVitrae bleek het op de roadmap te hebben staan en in design sprints is er toen steeds iteratief ontwikkelt.

Er volgt een demo, waarbij studenten zich aanmelden voor een toets en een medewerker deze steeds ‘vast’ kan zetten. Voor de liefhebber, in de MORA architectuur richt deze module zich binnen Examinering op: “Beslissen Examenaanvraag”, “Aanmelden Examen”, “Matchen Aanmelding en Examen-aanbod” en “Informeren Student en Beoordelaar”.

Overigens heeft KW1C dit kunnen realiseren door een datalaag tussen EduArte en Xedule. Uit eigen ervaring kan ik zeggen, dat zonder deze datalaag er een sterke afhankelijkheid is van de koppeling met Toets en Examenlogistiek van/naar EduArte. Deze is echter nog pril.

De module binnen Myx is opgeleverd en vorige week beschikbaar gesteld. Er komen nog veel testen (functionaliteit en integraties in de logistieke keten). Voor de doorontwikkeling kijken ze onder andere naar “individueel toetsen met individuele toetsen”, 1 op 1 dus.

Deze ontwikkeling in functionaliteiten past zeker in de langere termijndoelen die mijn eigen organisatie heeft. Die liggen dan op het gebied van persoonlijke leertrajecten en flexibilisering. Tegelijk durf ik wel te stellen dat het een module is die zich niet leent voor big-bang-uitrol binnen alle teams tegelijk. Ik zie wel degelijk kansen voor onderwijsteams die hier aan toe zijn. Enfin, geleidelijke groei ook dus.

Disclaimer: Mijn organisatie gebruikt Xedule van AdVitrae voor Planning & Roostering.

Open Onderwijs API & Gateway: Op een gestandaardiseerde manier uitwisselen van onderwijsdata.

Ik ben vandaag online te gast op de 44ste en laatste saMBO-ICT Conferentie. ROC van Amsterdam is gastheer. In de tweede workshopronde vertellen Frank PinxtJocelyn Manderveld (SURF) en Rob Vos (saMBO-ICT) over de OOAPI techniek, de voorbeelden en de praktijk.

Leeswijzer: dit was waarschijnlijk voor techneuten te hoog over en voor onderwijzers te diepgaand, dus voor mij precies goed.

Toekomst en doelen OOAPI

Rob Vos sloot hiermee af, maar dit leek me juist een goed startpunt. Hij vermeldt de volgende doelen van OOAPI:

  • Standaardiseren van de uitwisseling van onderwijsgegevens.
  • Lagere transactiekosten, omdat er minder koppelingen in gebruik hoeven te zijn.
  • Betere beschikbaarheid van de gegevens, aangezien deze niet handmatig overgedragen hoeven te worden.
  • Verder: vermijden van zwakkere schakels in de keten, zekerheid in kwaliteit en proces en bevorderen synergie door samenwerking.

OOAPI-standaard & Gateway

De ontwikkeling van deze standaard is in 2015 gestart en sinds 2018 geborgd bij EDUstandaard. De werkgroep is open voor lidmaatschap en voor het gehele MBO is saMBO-ICT lid. De standaard schrijft voor hoe je gegevens uitwisselt over:

  • De beschrijving van het onderwijs.
  • Het aanbod van het onderwijs.
  • De afname van het onderwijs.

Steeds op drie niveau’s (program/course/component). Omdat OOAPI een beetje ‘lelijke’ afkorting is hebben ze het Surf EDUhub genoemd. OOAPI bevindt zich in de Proof-of-Concept fase. Er volgt nog een pilot fase eer het een standaard dienst wordt. Verder bewaakt Surf de samenhang met eduID.

De hoop is dat het ‘koppel-landschap’ eenvoudiger wordt, omdat op de 3 bovenstaande categorieën elke instelling naar meerdere landelijke systemen moet koppelen. Van veel-op-veel, naar veel-op-weinig koppelingen dus.

Pilot Studentmobiliteit met eduXchange

Studenten die bij een andere onderwijsinstelling een onderdeel willen volgen, moeten zich normaal gesproken apart aanmelden en allerlei gegevens aanleveren. De bedoeling is dat dit vereenvoudigd wordt.

In eigen bewoordingen: Het onderwijsaanbod van zowel zijn ‘thuisschool’ als de ‘gastschool’ staat op één plek bij elkaar. Ik zie veel overeenkomsten met RIO en caMBO, alhoewel die alleen voor MBO bedoeld is. OOAPI kan gebruikt worden om het RIO te vullen ook als het niet in het SIS staat.

Verder zie ik toepassing bij ‘wervingsportalen’. Op dit moment moeten wij wervende en informerende content namelijk niet alleen plaatsen op onze eigen websites, maar ook op portalen zoals EduBookers etc. Mijn vermoeden is dat dit met de STAP budget mogelijkheden alleen maar toeneemt en dus arbeidsintensief wordt, indien er geen automatisering voor is.

Digitaal fundament voor LLO

Ik ben vandaag online te gast op de 44ste en laatste saMBO-ICT Conferentie. ROC van Amsterdam is gastheer. In de eerste workshopronde nemen Eke Boesten (LLO), Peter van Deukeren (Eigen Dossier), Frans van Neerbos (saMBO-ICT) ons mee over de voortgang van dit onderwerp binnen Doorpakken op Digitalisering (DoD).

Leven Lang Ontwikkelen

Eke beschrijft de bredere context en de behoefte aan matching tussen:

  • De gepersonaliseerde vraag van elke student.
  • Een modulair, flexibel aanbod.
  • De middelen om het te organiseren, daarbij slim kijkend naar onderwijslogistiek.

Het urgentiebesef is hoog n.a.v. de arbeidsmarkt en de krapte na Covid. Het maatschappelijk belang is dus groot en vandaar dat het passend is dat betrouwbaar beroepsonderwijs in de publieke sector hier een rol in speelt.

Er zijn persona ontwikkeld die de scholingsbehoefte en de soorten ‘verzilvering’ in waardedocumenten beschrijven. Voor het verzamelen van die waardedocumenten bij de student, is er de werkgroep Eigen Dossier.

Eke vermeldt de grondbeginselen voor LLO:

  • We vertrekken vanuit het maatschappelijk belang.
  • Kies één onderwijssystematiek: sluit ook voor Leven Lang Ontwikkelen aan bij de bestaande kwalificatiestructuren.
  • Maak afspraken over de maatvoering van je modules.
  • Centrale registratie van alle onderdelen, in RIO. Afgeleid is de behoefte dat een student zich 1x registreert en hij/zij al zijn resultaten bij elkaar kan houden. Vanuit zijn perspectief, ongeacht waar onderwijs steeds gevolgd is of de instelling waar nu geleerd wordt.

Eigen Dossier

Peter vervolgt met de stand van zaken en achtergrond. Het thema “Eigen Dossier” raakt ontzettend veel onderwerpen:

  • Definitie van datasets en afsprakenstelsels.
  • Technisch aanhaken bij caMBO, Microcredentials en de Open Onderwijs API.
  • Aansluiten bij de landelijke EDUmij en “Vaardigheden in Kaart” van de SER.
  • Het onderzoek om te kijken naar databroker services om uitwisseling te kunnen doen.

Eigen toelichting: het gedachtegoed achter Eigen Dossier kent veel overeenkomsten met de de ideeën uit Regie op Gegevens en met aspecten van een e-portfolio, waarvan de student zelf eigenaar is. De technologie om items in een Eigen Dossier niet opgesloten te laten zitten, in de systemen voor studentadministraties of landelijke registers, is echter ook een hele uitdaging.

Disclaimer: Ik ben zelf lid van de werkgroep Eigen Dossier binnen DoD.

Digitale Transformatie – Keynote op saMBO-ICT

Ik ben vandaag online te gast op de 44ste en laatste saMBO-ICT Conferentie. De ‘laatste’ omdat vandaag de nieuwe naam van saMBO-ICT bekend wordt gemaakt. Ik neem aan dat we de nummering gewoon doortrekken, zoals we dat deden in 2007 ongeveer, na de ROC-i-Partners naamswijziging. ROC van Amsterdam is gastheer.

Rob Elsinga (National Technology Officer, Microsoft Nederland) heeft de keynote. De beschrijving van zijn onderdeel duidt direct de ‘hete aardappel’: Microsoft biedt veel voor onderwijs, maar wordt terecht ook steeds genoemd in de kritiek op onze afhankelijkheid van Big Tech. Hij vertelt dat zijn werkterrein ligt op het gebied van ‘ethiek versus kunstmatige intelligentie’ en duurzaamheid-strategie.

Artificial Intelligence

Voorlopig ontwikkelt dit nog erg door, maar we maken er ongemerkt al veel gebruik van. Sommige chatbots, het maken van klimaatmodellen en het realtime-vertalen van online overleg bijvoorbeeld wordt steeds meer aangestuurd door kunstmatige intelligentie. Hij waarschuwt wel voor de mogelijke ondermijning van mensenrechten, maar ziet ook weerstand die gebaseerd is op angst voor verlies van sociale status, verandering van rol of teloorgang van een bestaand bedrijf.

Digitale Transformatie

Over de digitale transformatie van Microsoft zelf:

  • Het startte met de 2005 whitepaper van Bill Gates “New World of Work” die ze in Nederland vertaald hebben naar “het nieuwe werken”.
  • In 2018 gingen ze een stap verder: voor 30% van de medewerkers zijn er werkplekken op kantoor, de rest is ontmoetingsplek.
  • Hun werkterrein is helemaal verlegd naar cloud-oplossingen en adoptie. Echter: het trage karakter van echte transformatie illustreert hij met het gebruik van koffie door de eeuwen heen. Nieuwe ontmoetingsplekken die bestaande verdrongen, zoals theehuizen die concurrentie kregen en zuivelindustrie die zich moest aanpassen.

Mijn conclusie is dat het jachtige innovatie-tempo in schril contrast staat met de slakkengang van echte digitale transformatie.

Over beroepen van de toekomst

Omdat ze eigenaar zijn van LinkedIn hebben zij veel data op het gebied van banen en toekomstige beroepen. Hun conclusies uit eigen onderzoek op basis daarvan:

  • 65% van de kinderen zal later een baan hebben die nu nog niet bestaat.
  • 47% van de huidige banen zal komende 2 decennia door machines uitgevoerd gaan worden.
  • Er zijn tegen 2024 65.000 banen nodig in cloud-technologie. Ik vermoed in Nederland alleen al.
  • Slechts 33% van de behoefte aan werkers met technologie vaardigheden, wordt wereldwijd ingevuld.
  • In minder dan 10 jaar zal 77% van de banen technologie vaardigheden vereisen.

Voorbeelden van de ‘nieuwe’ banen:

Over soevereiniteit & privacy

De Europese Unie heeft steeds meer kritiek op de afhankelijk van grote technologie-giganten. Hij geeft toe dat zij dat ook zijn, maar maakt zoals te verwachten een paar kanttekeningen:

  • Microsoft is vooral een platform leverancier, wat tot gevolg heeft dat ze de data niet hergebruiken voor marketing.
  • Ze zijn geen ‘gatekeeper’ zoals een Amazon dit kan zijn.
  • Er is een DPIA op een deel van hun omgeving uitgevoerd wat er toe geleid heeft dat ze het verzamelen van telemetrie-gegevens beperkt hebben.

Rob is een rustige spreker, die niet te lang blijft stilstaan bij wat ik “innovatieve open deuren” noem en mijn aandacht weet vast te houden. Hij is niet bang om zorgen over Big Tech te noemen en spreekt over een andere ‘verantwoordelijke’ houding van Microsoft. Wel zouden de praktische gevolgen voor hen als bedrijf (Wat doen ze nu anders?) concreter mogen voor mij. Aangezien er nog 15 minuten over waren, een gemiste kans.

Disclaimer: Mijn eigen organisatie gebruikt Azure / Office365 als cloudoplossing.

burchtmetafoor

Burcht, Stad en Platteland – Handige metafoor voor je applicatielandschap

Ik ben vandaag online te gast bij het Vista College, voor de 43ste saMBO-ICT conferentie

In de eerste workshopronde sluit ik aan bij Elmar Zwankhuizen, Annet Smith en Martijn Bijleveld. Ze nemen ons mee in hun ervaringen en schetsten op hoofdlijnen het model:

  • De Burcht met daarbinnen technische basisvoorzieningen: Hierin zitten je belangrijkste kernsystemen. Het gebruik is verplicht, ze ondersteunen de formele processen, zijn sterk gestandaardiseerd, centraal beheerd en bekostigd.
  • De Stad: Hier is meer keuzevrijheid, maar worden ook centraal beheerd en gestandaardiseerd.
  • Het Platteland: Het vrije deel waarin allerlei onderwijsapps worden gebruikt maar waar minder regie op zit. De uitdaging van deze categorie is het voldoen aan wetgeving en integratie of koppelingseisen. Echt afdwingen kun je dat niet, wel stimuleren en professionaliseren.

Om deze metafoor praktisch te maken hebben Elmar en Anneth inspiratie opgedaan bij de Universiteit van Maastricht en hun ToolWheel.

Annet ligt toe hoe ze dat doen:

  • Per categorie van het model definieert men of er licenties zijn en waar deze liggen, het eigenaarschap, welke vorm van beheer en support er is.
  • De tools (de applicaties) worden geplaatst in de categorieën.
  • Ze hebben een procedure voor het aanvragen van tools: met afhandeling van verzoeken, onderzoek en toetsing (IBP), vastleggen van de motivatie en terugkoppeling.

Annet maakt een pleidooi voor landelijke samenwerking anders zit iedereen ‘het wiel uit te vinden’. Martijn volgt hierover en vertelt over hoe er aan wordt samengewerkt in het landelijk netwerk i-coaches.

Tot nu toe is het landelijke MBO Toolwheel in een conceptueel stadium. Doel is in ieder geval alle instellingen te helpen snel te besluiten over applicaties. Waarbij ze niet alles opnieuw hoeven uit te zoeken en deelsets kunnen maken voor ieders eigen applicatielandschap.

Ik ben erg blij met het initiatief, aangezien het aantal applicaties nog steeds toeneemt en de toetsing en analyse ervoor tijdrovend is. Terwijl goede overeenkomsten afsluiten en integratie en koppelingen regelen al genoeg tijd kost.

Professor Jeroen van den Hoven

Jeroen van den Hoven – Verantwoord Digitaal Innoveren

Ik ben vandaag online te gast bij het Vista College, voor de 43ste saMBO-ICT conferentie. Op de tweede dag opent Jeroen van den Hoven met de keynote. Hij is hoogleraar Ethiek en Techniek aan de Universiteit Delft. Ik ben overigens blij dat we voor onze conferenties steeds vaker wegblijven van trendwatch-first, hype-only keynotes. In evaluaties kwam de behoefte aan aandacht voor “ethiek in combinatie met technologie” ook steeds terug.

Voor veel mensen is ethiek “iets dat ver weg staat” dus maakt Jeroen het concreet. In de maatschappij zien we veel ongenoegen over ‘het verbroken sociaal contract’ en kansongelijkheid. Los van de problemen-optelsom van klimaat, economie en BigTech. De belemmering in keuzevrijheid door technologie-monopolisten is ontzettend actueel. Hij tipt het boek: Evil Online (Engels).

Internet zorgt voor extra verwarring, omdat elk fenomeen wordt verdubbelt in definities: door voorvoegsels zoals cyber-, net-, e-, artificial-, online-, digital- etc. Daarmee komen we in een “conceptueel vacuüm” terecht, omdat we niet goed weten waar we het over hebben. Dat leidt tot een vacuüm in beleid, want wat spreek je af over wat je niet begrijpt? Vervolgens leidt het tot slecht werkende systemen. Als voorbeeld haalt hij de vraag aan of het juist is dat ouders door notificaties uit Leerlingvolgsystemen, eerder dan hun kind de cijfers weten.

Uiteindelijk voert alles terug op de vraag “Hoe ziet een goede digitale samenleving er uit?” en “Wat is onze visie op deze nieuwe technologie?”. Kijken we klakkeloos naar China of ontwikkelen we dit zelf? Hij schetst 2 aanpakken:

  • Ontwerpen voor Waarden of waardegevoelig ontwerpen: Dit gaat er vanuit dat in een vroeg stadium van productontwerp nagedacht wordt hoe het bijdraagt of juist afbreuk doet aan wat we echt belangrijk vinden. Meer over Value Sensitive Design is hier te vinden.
  • Verantwoord Innoveren: je maakt je waarden expliciet, vertaalt deze door naar eisen en je zoekt naar middelen om zoveel mogelijk van deze waarden te realiseren.

Jeroen legt ook uit hoe de waardenhiërarchie werkt. Vorig jaar heeft Kennisnet hier toevallig over gepubliceerd in het Rapport Waarden wegen (kennisnet.nl). Zelf kwam ik er in aanraking mee bij het thema “Eigen Dossier”, binnen het MBO brede programma “Doorpakken op Digitalisering”. Aanrader.

Het vertrekt vanuit waarden, daarna formuleer je normen die op hun beurt weer leiden tot ontwerp-principes en eisen. Dit stuurt dus sterk de inhoud van een technisch/functioneel ontwerp aan, in een Programma van Eisen voor aanbestedingen. Ethische eisen zelf zijn non-functional requirements. De praktische uitwerkingen ervan lijken mij wel degelijk functionele eisen.

Het helpt ook bij “morele overbelasting” door afwegingen helder te maken. Je kunt nu eenmaal niet altijd aan alle waarden voldoen die je bedenkt. Bijvoorbeeld: Veilig & Efficiënt. Zelf ervaar ik aan de lopende band trilemma’s. Zijn aanmoediging:

Werk systematisch, transparant, voortdurend en in overleg met belanghebbenden aan de realisatie van onze waarden. Als we dit niet zelf doen, doen bedrijven het wel maar dan gedreven vanuit winstverwachting.”

Jeroen spreekt rustig en met veel inhoud. Hij weet zijn punt helder te illustreren. Daarnaast vermijdt hij het om over normen en waarden te praten vanuit een morele hoogvlakte, dus zonder wijzend vingertje. Zijn slotzin:

“Als je door vandaag te innoveren morgen aan meer van je verplichtingen (aan leerlingen, aan toekomstige generaties. leerkrachten, ouders en de samenleving als geheel) kunt voldoen, heb je de plicht om vandaag te innoveren.”

Eigen Dossier: Hoe ziet het er uit en hoe gebruik je het als lerende?

Ik ben vandaag online te gast bij het Vista College, voor de 43ste saMBO-ICT conferentie. Voor de 3e workshopronde zit ik bij de presentatie van Peter van Deukeren. Voor mij aanvoerder van het team waar ik in meewerk aan Eigen Dossier.

De achtergrond is dat het aansluit bij ideeën om de deelnemer te voorzien van alle informatie die hij nodig heeft, zodat ze buiten de school gebruikt kunnen worden. Net zoals dit beoogt wordt voor burgers en bijvoorbeeld patiënten (MedMij). Verder beschouw ik de oudere e-portfolio initiatieven van 10 jaar terug als eerste zaadjes. Vooral de ideeën over eigenaarschap van de data etc. Het traject bevindt zich in een conceptuele en verbindende fase. Vandaar de aanknopingspunten:

  • Vanuit Leven Lang Ontwikkelen zijn zogenaamde “persona’s” ontwikkelt. Deze zijn gebruikt om MBO gebruiksscenario’s te maken. Het dossier is generieker dan alleen voor MBO natuurlijk, maar het is in ieder geval van belang om de toegevoegde waarde te beschrijven met concrete toepassingen.
  • De zoektocht naar een eenduidige taal voor ‘skills’, samen met de SER.
  • EduMij: Initiatieven uit Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs op hetzelfde terrein.
  • Visie op Centraal KRD. In mijn ogen blijft er altijd een informatievoorziening nodig aan de kant van de onderwijsinstelling. Al is het maar om alle items te maken die je aan een student wilt uitreiken zodat hij/zij deze in zijn dossier kan opslaan. Wel kan het zijn dat het Centrale KRD anders koppelt naar externe partijen en verwerkers, als dit via het Eigen Dossier loopt. Maar is slechts eigen onderbuik hoor.

Inhoud Dossier

De ‘koffer’ is aanleg geschikt voor resultaten van allerlei aard, voor zowel gevalideerde items (zoals diploma’s) als de wat meer vrijere dingen zoals
een aanbeveling van een ander of referenties die subjectiever kunnen zijn
(vrijwilligerswerk bijvoorbeeld).

Data Aanbieders en Afnemers
In een zuiver Eigen Dossier heb je zelf de beschikking over alle items daarin en voer je regie over aan wie je dat doorgeeft. Het uiteindelijke doel is iedereen gedurende zijn complete loopbaan te ondersteunen. Dus het Eigen
Dossier reist met de eigenaar mee en is niet opgesloten bij één school of
onderwijsinstelling.

Voorbeeldscenario’s
De kracht van een Eigen Dossier zit in toepassingen die de muren van de
onderwijsinstelling ontstijgen:

  • Keuzedelen volgen bij andere MBO instelling.
  • Solliciteren voor BPV/Stage.
  • Doorstromen van mbo naar hbo.

In zijn algemeenheid durf ik te stellen dat een echte invoering en brede adoptie van het Eigen Dossier ertoe zal leiden dat we niet rechtstreeks (of via DUO) koppelen en uitwisselen, maar via het Eigen Dossier van de lerende zelf. Technologisch is dit nog steeds erg innovatief, aangezien de validatie/verificatie afhankelijk is van duurzame digitale ondertekening.

Route 21

Oplevering Route21

Ik ben vandaag online te gast bij het Vista College, voor de 43ste saMBO-ICT conferentie. In de eerste workshopronde sluit ik vanwege mijn betrokkenheid, aan bij Route21. Binnen het programma Doorpakken op Digitalisering zit namelijk een architectuur lijn, Route 21genoemd. Persoonlijk ben ik er erg blij mee, niet alleen omdat architectuur mij na aan het hart ligt, maar ook omdat de samenwerking mij erg goed bevallen is. Frans Neerbos en Bas Kruiswijk laten zien wat de resultaten zijn.

Aanleiding was dat de TripleA MBO architectuur verouderd was en dat de separate “Teamplaat Onderwijskwaliteit” er niet in opgenomen was. Daarnaast hebben we de HORA uit het Hoger Onderwijs.

Het doel was een kernarchitectuur die stevig en goed is, met daarop ‘viewpoints’ voor belanghebbenden zoals teams, informatiemanagers en bestuurders, altijd in combinatie met architectuurprincipes.

Terecht vermeld Frans de manier van samenwerking, want als er iets is dat tot discussie kan leiden dan zijn het wel principes, modelleer voorkeuren en definities. Rode draad was het motto “Wil je gelijk of geluk?” aangezien het belangrijker is om effect te hebben, dan perse gelijk te krijgen. Met dat besef hebben we gepoogd een bruikbare en praktische referentie-architectuur op te leveren.

De referentie architectuur bestaat uit drie basis platen:

  • het hoofdprocesmodel, dat is uitgewerkt in proces-ketens;
  • het informatiemodel, met de benoemde bedrijfsobjecten uit de procesmodellen;
  • het applicatie services model, met de applicatie services die processen ondersteunen.

Was TripleA op een deel van alle processen al een hele encyclopedie, Route21 is dat des te meer. Alle informatie-objecten koppelen aan de applicaties en processen is een gigantische klus. De referentie-architectuur is voorlopig hier te vinden: Route 21 (wikixl.nl)

Vragen uit de zaal:

  1. Wat gebeurt er met TripleA en TPO?
    Beiden zijn opgegaan in deze nieuwe versie en zullen op termijn verdwijnen. Inhoudelijk zullen gebruikers daarvan veel herkennen
    omdat bestaand werk natuurlijk niet onnodig overnieuw gedaan is.
  2. Hoe gaan we verder en is het onderhoud belegd?
    De hoop is natuurlijk dat we onderdelen blijven bijschaven en iteratief verbeteren. Formeel is dat nog niet belegd lijkt mij.

Oh …. het moet natuurlijk ook een naam krijgen, aangezien Route21 slechts de naam van het project is. Mijn voorkeur gaat uit naar raMBO (Referentiearchitectuur MBO), die ondanks de associatie met een destructieve acteur toch robuust klinkt.

Sander Duivestein – The Great Reality Show

Ik ben vandaag online te gast bij het Vista College, voor de 43ste saMBO-ICT conferentie. De openingskeynote is van Sander Duivestein. Hij opent met beelden van QAnon, wappies, recente protesten en rellen in Nederland. Hij
ziet het als signalen dat mensen zich ‘ misleid voelen door het internet’ of ondoorzichtige algoritmes.

Opvallend vindt hij dat alles vastgelegd wordt op selfies. Het versmelten van de fysieke wereld met de digitale leidt er toe dat mensen het moeilijk vinden echt van nep te onderscheiden en feit van fictie. Met de toegankelijkheid van deep-fakes neemt dit alleen maar toe. Geen cameraman, producer of studio is er meer nodig.

Door de geschiedenis heen heeft media zich ontwikkelt van analoog, naar elektronisch en daarna van digitaal naar synthetisch. Deze laatste kenmerkt zich door manipulatie door kunstmatige intelligentie of zelfs creatie in zijn geheel. Je kunt bijvoorbeeld echte personen iets laten zeggen of bewegingen laten maken die authentiek lijken. Een stap verder gaan de virtuele influencers, nieuwslezers, topmodellen of virtuele versies van
overleden geliefden. Voorbeelden:

  • Synthesia: AI voor het genereren van levensechte video.
  • Lyrebird: Realistische klonen van je stemmen.

Sander spreekt vrij ernstig en heeft zo te zien geen techno-centrische benadering om maatschappelijke problemen ‘even’ op te lossen, waar ik mij in kan vinden. Hij illustreert de ontwikkelingen met veel voorbeelden die al dichterbij komen en het niveau van gimmick beginnen te ontstijgen. Hij boeit daarmee voor mij op de inhoud en niet op de hype, zeg maar.

Wel had ik graag meer verbinding met onderwijs en beroepsopleidingen
gezien.

Vragen uit de zaal:

  • Worden door deep-fakes juist de fysieke ontmoetingen belangrijker, aangezien je er anders niet zeker van bent hoe echt de ander is?
    Sander vermoed dat die behoefte om natuurlijke redenen weer terug gaat komen, los van deep-fakes.
  • Heeft onderwijs behalve een didactische ook een ethische opdracht i.v.m. synthetische media?
    Sander benadrukt dat media-wijsheid met de paplepel ingegoten moet worden en de noodzaak om vanuit het onderwijs met de wereld van feiten en wetenschap te verbinden.
  • Hoe krijgen we als MBO aansluiting bij deze wereld?
    Hij moedigt aan om als eerste stap vooral eens te experimenteren, probeer zelf eens wat apps uit die dit soort dingen kunnen.