Category Archives: Conferentie

IaaS: To do or not to do, that’s the question

Rogier Spoor van Surfnet geeft een presentatie over “Infrastructure-As-A-Service“. Hij opent met een plaat dat verduidelijkt wat/waar zit in het hele spectrum van cloud computing:

Cloud Spectrum

 

 

Duidelijk is dat je van links naar rechts minder zelf bezit en meer laat dienstverlenen. Overigens zul je nooit 100% in één kolom zitten.

Ik kende ook de volgende indeling niet:

  • Public Cloud (Dropbox, iCloud)
  • SAML based (Google Drive, Box.net)
  • Run Your Own (Skydrive Pro, Owncloud)
  • Personal Cloud (branded)

Tips van Rogier:

  • Hanteer een ‘cloud-first’ beleid. Kijk bij een behoefte aan functionaliteit éérst of deze niet als commodity beschikbaar is in de cloud.
  • Onderzoek of een ‘Private/Internal Cloud’ de verwachte juridische meerwaarde biedt (privacy en compliance).
  • Geografische eigenschappen spelen wel degelijk een rol! Ondanks “AnyWhere” prinicpes, blijkt nog steeds dat datacenters zich in de regio moeten bevinden. De ‘latency‘ of vertraging, zelfs met glasvezel, is voor sommige toepassingen op grote afstand te hoog.

Inhoudelijk bleef het een beetje vaag: is dit een presentatie met ervaringen van pilots, een overzicht van mogelijke leveranciers of een stand-van-zaken van Surfnet activiteiten? Ik moest de bovenstaande tips zelf expliciet maken.

Computing in samenhang: cloud, big data, social media en BYOD

Cloudwiel

De titel bevat in elk geval de actuele kreten, dacht ik bij aanvang van de keynote van Zsolt Szabo, maar ‘samenhang’ is meestal ook mijn zoektocht. Dus nieuwsgierig was ik wel.

Hij opent met een 4-eenheid : Cloud, Social Media, Mobiliteit en Big Data. Het moet self-service, pro-actieve informatie en persoonlijk advies opleveren voor onze studenten en onderwijzers. Zsolt ontwijkt niet de risico’s, maar gaat erna snel verder met een eenvoudige definitie van Cloud Computing:

Cloud Computing is het op een slimme manier gebruik maken van de mogelijkheden die het internet biedt door het gebruik van software en hardware als een service.

Een andere variant die ik niet kende was ‘Het 0, 1, oneindig” gezegde. Je hebt 0 infrastructuur nodig, 1 omgeving en je kunt oneindig opschalen.

Zsolt wordt praktisch als het gaat om invoering. Hij ligt het zogenaamde Cloudwiel toe met daarin vijf stappen:

  • Regel je governance, architectuur en compliance als randvoorwaarde voor de volgende stappen.
  • Bepaal je strategie: Wat wil je met cloud computing? Hoe snel wil je dat?
  • Bepaal je toepassing: Welke processen ga ik ondersteunen met cloud computing?
  • Bepaal je keten: Wat zijn de consequenties van je oplossing en waar zitten deze in de keten?
  • Maak je keuzes: Wie doet beheer en hosting van infrastructuur, platform en toepassingen?

Ik denk dat Zsolt zijn boodschap vooral is: net als in andere sectoren is Cloud computing binnen onderwijs onvermijdelijk. Maak hier op een verantwoorde manier gebruik van, vertrekkend vanuit je visie.

Tweetarchief van #mbocity

Gisteren bezocht ik met veel plezier “MBO City“. Hieronder volgt een archief van alle tweets met de hashtag #mbocity. Het lijkt erop dat ik er geen gemist heb, maar verder geen garantie. 😉

Ze zijn als volgt gemaakt:

  • Downloaden van Archivist.
  • Zoeken op hashtag #mbocity.
  • Exporteren naar text (tab gescheiden bestand) of naar xml.
  • Importeren in Excel, met tab als scheidingsteken.

Hier als taart om te patsen:

Hieronder alle losse tweets! In het zoekvenster kun je een woord intypen. De tabel past zich dan tijdens het typen aan, met alleen die tweets die dat woord bevatten. Ook is sorteren mogelijk. Mijn blogposts zijn overigens hier te vinden.

[table id=12 /]

Leve de ja-cultuur

Hans Becker sluit de dag voor mij met “Leve de Ja-cultuur” en begint met het relativeren van het belang van een opleiding. Karaktereigenschappen als lef en doorzettingsvermogen, visie maken en enthousiasmeren leer je niet op de opleiding. Als bestuurder van een grote zorginstelling praat hij vermakelijk en uit ervaring over de nadelen van top-down en de bottom-up spagaat.

Hij trachtte hier uit te komen door ‘Culturele Sturing’ van zijn instelling (Humanitas). Deze gaat uit van:

  • Eigen regie beleggen bij mensen. Mensen de baas over hun eigen leven laten blijven. En dan niet slechts als motto, maar maak dat eens concreet.
  • Eigen activiteit: Je moet niet voor mensen zorgen, maar organiseren dat ze voor zichzelf kunnen zorgen.
  • Eigen geluk komt van eigen regie en eigen baas.
  • Je mag geen NEE zeggen! Het is niet dat alles kan, maar begin de dialoog met “Ja”. Verderop blijkt wel wat iemand nodig heeft en wat hem echt helpt op een betaalbare manier.

Hij schreef er ook een boek over.

Toezicht: Last of Zegen?

Tot nu toe heb ik weinig met de Inspectie rechtstreeks te maken. Hoogstens bij het tot stand komen van rendementscijfers en rapportages daarover. Dus ik was nieuwsgierig naar Rick Steur zijn verhaal “Toezicht: last of zegen?”.

Rick beperkt dat hier tot hun onderliggende visie over het toezicht op leraarschap en ontwikkeling. Hij citeert daarbij Parker Palmer over de relatie met jezelf en anderen. Parker stelt niet de ‘WAT’ vraag maar de ‘WIE’ vraag: je geeft geen vak, je geeft geen les, maar je geeft jezelf. Daarom heeft de professionaliteit van een leraar ook te maken met spirituele intelligentie.

Om niet direct de diepte in te gaan vertelt hij over ‘UW’ maatschappelijke opdracht. Deze opdracht voor docenten houdt verband met het maatschappelijk middenveld en de aanspraakmakers (beter woord dan stake-holders volgens hem). De Inspectie heeft daar slechts een bijrol in: de aanspraakmaker informeren over de kwaliteit.
Hij toont een governance model met drie niveau’s: public, corporate en professioneel. Deze laatste is zeker zo belangrijk volgens hem. De docent staat op de brug tussen betekenisvol onderwijs dat inspireert voor studenten en maatschappelijk zinvol onderwijs dat binnen kaders blijft. “Die brug, dat is de onderwijzer.” Hij haalt daarom Richard Elmore aan “If you can’t see it in the classroom, it’s not there.” Als daar geen inspiratie is, dan verandert er niets.

Matthieu Weggeman zegt: “Leidinggeven aan professionals? Niet doen!” Laat ze zelf beslissingen nemen maar laat ze die ruimte verdienen door goed genoeg te zijn. Dat geldt ook voor onderwijs volgens Rick.

Rick benadrukt: Schoolontwikkeling = Personeelsontwikkeling!

Dat gaat niet alleen om individuele ontwikkeling, maar ook teamontwikkeling. Hij vraagt aanwezigen: Weet u waar u staat in uw ontwikkeling? Slaagt de school erin om een rijke leeromgeving voor docenten neer te zetten?
Uit onderzoek blijkt namelijk dat personeelsbeleid vaak een losse wereld is, naast die van het onderwijsbeleid. Daarnaast besteden teams veel aandacht aan organisatie en minder aan onderwijs. Hij adviseert een cultuur zonder vrijblijvendheid te stimuleren: leren is onze kernactiviteit en geldt dus bij uitstek voor onszelf! Collegiaal is niet altijd hetzelfde als professioneel! Als je heel ‘collegiaal’ geen feedback durft te geven aan elkaar.

Tips van Rick:

  • Maak de inspectie niet te belangrijk, je loopt dan risico op ‘vervreemding’ door te grote gerichtheid op het beoordelingskader van inspectie. Dit is paard achter de wagen spannen!
  • Zet de inspectie niet in als alibi om niet zelf hoeven te zeggen wat er moet gebeuren. Door je eigen wijzende vingertje onterecht uit te besteden aan de inspectie.

Samenvattend: Inspectie is een

  • Last: als u uw oren ernaar laat hangen.
  • Zegen: als u de benadering in professionaliteit van inspectie meeneemt en overvleugelt met uw eigen ambities.

Na aanleiding van vragen uit de zaal:

  • In PO is de SCHOOL ‘goed’, binnen VO zie je dat een SECTOR (vmbo, havo) van een school goed of slecht is. Voor MBO is het complexer: de verschillen tussen opleidingen binnen een instelling zijn groter dan tussen instellingen. ‘Blaming and faming’ van scholen is dan moeilijk ook al vraagt het nieuwe regeerakkoord daar eigenlijk om. Dat is een opdracht waar de inspectie nog niet uit is.
  • Waarom wordt de inspectie niet ingezet aan de voorkant (of is er vertrouwen als in Finland) in plaats van die controle achteraf altijd? Rick gaat uit van ‘verdiend vertrouwen’. Als je goed genoeg bent, dan durf je dat te laten zien. Het dossier ‘Onderwijstijd’ is zo’n voorbeeld van een gemeenschappelijk koppijn-dossier. Inspectie is ‘slechts’ een meteropnemer. En er wordt af en toe ook een potje van gemaakt. Scholen die dat op orde hebben worden er jaren niet op onderzocht.
  • Toezicht verandert per komend jaar: de toezichtslast gaat afnemen. Maar: kwaliteitszorg in de kast op het bestuursbureau maakt geen sterke indruk. Het moet beleefd worden door de professional op de werkvloer.

Update: De presentatie is hier te downloaden.

Implementeren, hoe doe je dat?

Leo van den Hoek vertelt over de HOE van Focus op Vakmanschap aan de hand van drie instrumenten. Het is nogal een majeure verandering: én nieuwe wetgeving, én beleid, én onderwijs en wijze van werken. Daarnaast moet ‘het huis op orde’ en de ‘lat omhoog’.

Hij zegt dat elk veranderingsproces vier rollen kent:

  • Sponsor: die heeft de macht.
  • Change agent: krijgt de opdracht het te regelen.
  • Target: is onderwerp van de verandering.
  • Advocate: heeft een mening maar niet altijd invloed.

Het wordt pas leuk als blijkt dat mensen soms de rol van een ander overnemen of meerdere rollen hebben. Hoe het niet werkt:

  • Onvoldoende evenwicht tussen ‘pijn’ en ‘visie’. De visie waar de verandering heen moet leidt altijd tot pijn. Als je tenminste graag alles bij het oude wilt houden.
  • Een baas die zijn rol van sponsor onvoldoende vervult. Dan moet je je afvragen, waarom hij/zij dat gedrag niet vertoont. Er omheen werken heeft niet veel nut. Dan ga je als het ware ‘ondergronds’. Durf dus je bestuurder te vragen naar het “Waarom?”!

Leo vervolgt met vijf implementatie of veranderstijlen, omschreven met kleuren. Deze zijn afkomstig van Leon Caluwé en onderscheiden manieren van denken of aanpakrichtingen. Personen hebben vaak de neiging om zich bij één familie van veranderstijl prettig te voelen. Daarnaast kan de top of management een andere stijl hebben dan de onderwijsteams zelf. Dan botsen de voorgestelde manieren van aanpak met hoe mensen deze wensen uit te voeren.

Leo moedigt aan je eigen veranderstijl te leren kennen. Doe een goede rolanalyse. Leer de veranderstijl van anderen herkennen en ben je daar bewust van. Dan begrijp je beter waar gedrag soms vandaan komt. Als je in een team met verandering aan de slag gaat, zorg dan voor een evenwichtige bemensing over de ‘veranderkleuren’.

 

Tip van Leo: Gebruik het 7s model van McKinsey:

Hier komen alle aspecten bij verandering op een iets andere manier voorbij. Het helpt je in ieder geval om problemen vanuit meerdere perspectieven te bekijken.

Eigenlijk gaat Leo zijn presentatie niet zozeer inhoudelijk over Focus op Vakmanschap, maar omdat het zoveel impact heeft lijkt me de nadruk op verandering op zich niet verkeerd.

Update: De presentatie is hier te vinden.

Verbreding van het begrip leren

Robert Jan Simons en Ellen van Dijk presenteren met de aankondiging uit het programma: Simons laat u zien hoe het begrip leren kan worden opgerekt door mindshifts, feedback en reflectie. Robert legt gelijk de nadruk op feedback. Hij maakt ook even reclame voor zijn boek.

Voor Robert valt er veel onder de noemer ‘leren’. Voorkennis, selecteren, analyseren, opnemen, mening vormen, interacteren, relateren, overzicht krijgen, organiseren, vastleggen, reflecteren en toepassen en gebruiken vallen er volgens hem allemaal onder. De rol van de onderwijzer omschrijft hij met allerlei werkwoorden: In stand houden en ontwikkelen van nieuwsgierigheid, het aanbieden van informatie, het gelegenheid bieden voor toepassen en gebruik … etc. Daarnaast benadrukt hij de noodzaak van het beperken van het aantal concepten dat je wilt laten leren en verbindt deze met contexten. Mij lijkt me dat als je niet vanuit deze concepten maar vanuit informatie zou vertrekken, de hoeveelheid leerstof ontploft.

Als het effect van leren gemeten wordt in onderzoek, blijkt steeds dat ‘feedback’ de grootste bepalende factor is. Lia Voerman heeft hier kenmerken van beschreven. Dit is overigens wel een tweerichting-kwestie: dus ook van studenten aan docenten.

Hij legt ook het verband tussen alle betrokkenen van feedback en culturen:

Ellen vervolgt met een onderzoek naar feedback en coaching binnen teams. Zij vertelt over het effect hiervan binnen een organisatie en benadrukt dat cultuur en houding belangrijker zijn nog dan procedures over feedback.

Frappant vond ik zelf de opmerking aan het einde n.a.v. een vraag over ELO’s: ‘feedback geven schriftelijk is meestal van een hogere kwaliteit dan mondeling. Ze moeten elkaar dus aanvullen, maar niet altijd is face-to-face beter’. En schriftelijk zou dan via een ELO heel goed kunnen. Aldus Robert-Jan. Het op grote schaal aansluiten bij de verschillen in voorkennis en leerstijlen kan volgens Robert-Jan dan ook alleen met technologie.

Update: De presentatie is hier te downloaden.

Meten is Leren

Hans de Zwart heeft een presentatie met de titel “Meten=Leren”. Hij neemt een aanloopje met de vraag: Hoe help je mensen strategisch te denken? In zijn ogen kan dat op basis van twee dimensies, namelijk ‘Scenario’s’ en ‘Relaties’.

Als je deze twee op een as zet dan krijg je vier kwadranten die zich laten omschrijven als:
– Old-Boy network
– In-Crowd
– Big Data
– Quantified Self

Hij verwijst verder naar de grondleggers en inspirators van Quantified Self: Vannevar Bush met zijn Memex, Steve Mann als eerste Cyborg en Nicholas Feltron met zijn ‘egocentrische’ jaarrapportages.

Hans stelt prikkelend:
Als de kosten van self-tracking binnenkort laag worden dan wordt jezelf niet meten onverantwoord. En Portfolios? Die kunnen verdwijnen!

De eerste golf QS ging vooral over het meten van fysieke zaken zoals fitness en gezondheid. Het “Meten=Leren” principe zal ook onderwijs beïnvloeden. Hoe? Hij legt het verband als volgt:

Er zijn drie zaken nodig om iets te leren:
1 Een nieuwe activiteit: Iets doen wat je nog niet eerder hebt gedaan.
2 Reflecteren: Om je bewust te worden van wat je leert.
3 Assessment en competentie

Quantified Self ondersteunt dit doordat het alle activiteiten meet. Hij legt daarna een link met gepersonaliseerde onderwijsinstructie. Die mogelijk wordt als we massaal onszelf voortdurend tot in detail meten (mijn interpretatie). Hans voorspelt ook het einde van portfolio’s  In plaats daarvan krijgen we ‘views’ op alles wat we meten aan een persoon.

Hij is ook kritisch:

  • Het is gezond als we af en toe vergeten…. dat gaat verdwijnen als we alles vastleggen.
  • We lopen slaapwandelend de surveillance staat in en het beschikbaar zijn van data baart privacy-zorgen.

Hij is in ieder geval niet angstig en omschrijft dat als het Proactionary Principle: als we niet zeker zijn van de consequenties van techniek, dan moeten we het juist wel proberen. Het tegenovergestelde dus van Precautionary Principle.

Update: De presentatie is hier te downloaden.

Keynote sprekers op Dé Onderwijsdagen 2012

Ik had dus van te voren mijn verwachtingen op geschreven. Zodat ik achteraf wat doelgerichter kan reflecteren. Na een paar dagen bezinkt je eerste indruk een beetje en vormt je interne mening zich. Samengevat: ik hoopte op èn bevlogen sprekers met aangename spreekstijl èn sterke inhoud met nieuwe inzichten. In het eerste ben ik niet teleurgesteld en de tweede wel. Waarom?

Dale Stephens

Dale Stephens sprak over zijn UnCollege. Een snelle en afwisselende spreker. Voor het live-bloggen moest ik mentaal echt een tandje bijzetten, doordat ik gelijk alles in Nederlands blogde. Zijn boodschap is aan de ene kant universeel: schoolse opleidingen alleen zijn niet zaligmakend voor geluk in de rest van je leven, zeker als je daar te weinig leert en er een hoge schuld aan over houdt. Hij moedigt aan tot het volgen van je eigen ‘onderwijsroute’. Desnoods buiten de traditionele scholen om. En dan gaat het inhoudelijk bij mij wringen: Voor wie is dit inspiratie? Voor de gemiddelde docent of bestuurder? Of eerder voor de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar?

Als ik namelijk twee denkstappen verder maak dan weet ik niet waar het recht op onderwijs ophoudt en de plicht tot leren begint. Dus praktisch gezien: als je Dale zijn boodschap opvolgt als student, pardon BOV-er (Bewust-Ongeschoolde-VSV), zorg dan maar dat je boven de 18 bent en gekwalificeerd. Anders geen onschooling voor jou! Ben je jonger, dan moet je in Nederland toch echt even geduld hebben, voordat je absoluut verzuimer kan worden.

Dus ik kan me vinden in zijn universele boodschap! Maar in de praktijk heb ik er weinig aan toch? Ik heb wel vaker dat gevoel bij buitenlandse voorbeelden. Net alsof bezoeken aan Finland en hun superonderwijs je hier in Nederland helpen. De ideeën zijn inspirerend, maar de autonomie is hier niet na te bootsen. Daarom moet je daar niet gaan kijken als je medewerker bent op een school, maar als je werkt op het MinOCW.

Bas van der Veldt

De andere keynote-spreker was Bas van der Veldt. Erg entertainend, maar ik kon er niet over bloggen. Achteraf logisch, want: wat is nu zijn boodschap? Dat we ze de verkeerde dingen leren en dat we morgen al kunnen beginnen met moderniseren. Niks onwaars aan opzich. Maar het bracht mij niet genoeg diepgang.

In mijn ogen zou Bas zijn toegevoegde waarde op een ander terrein kunnen liggen: hij is directeur van een grote automatiseerder op het gebied van Finance en HR. Hij heeft volgens mij best veel onderwijsinstellingen als klant. Het kan niet anders dan dat hij veel bagage heeft op het gebied van bedrijfsvoering. En als hij een beetje zich zou verdiepen in onderwijsbedrijfsvoering, dàn zou ik zijn mening wel eens willen weten op het gebied van betaalbare onderwijslogistiek, massa-maatwerk en flexibilisering. Zijn oplossingen liggen op veel terreinen waar onderwijs mee te maken heeft. Nu haal ik deze oplossingen alleen erbij om te illustreren waar ik expertise bij Bas verwacht. Ik denk dat Bas prima hierover kan praten zonder dat het een reclamepraatje voor AFAS wordt.

Ik heb me verder wel erg vermaakt met zijn voorbeelden hoe automatisering niet moet.

 

 

Aantekeningen van Dé Onderwijsdagen 2012

Het is een beetje egocentrisch, ik weet het. Patsen met je eigen 84 conferentie-tweets.

Ze zijn als volgt gemaakt:

  • Downloaden van Archivist.
  • Zoeken op hashtag #owd12.
  • Exporteren naar text (tab gescheiden bestand) of naar xml.
  • Importeren in Excel, met tab als scheidingsteken. XML ging bij mij beter omdat er in sommige tweets iets staat wat lijkt op een tab of enter. Dat lijken dan 2 tweets in de tekst en dus 2 rijen in de tabel en dan gaat de import stuk.
  • Filteren op username @blogisch

Bij deze:

[table id=11 /]