De Student Centraal – Door een sterke informatiepositie

Toegegeven, er zijn meer manieren om een student centraal te zetten, maar vandaag sprak ik over de informatiepositie van een student. Wat mij betreft ga ik hier vaker op door in volgende blogs. Zelfsoevereiniteit is voor mij een filosofietje achter privacy en de term informatiepositie helpt om op een bepaalde manier naar persoonsgegevens te kijken.

Vandaar dat ik het leuk vond om namens saMBO-ICT een presentatie te geven op het DUO MBO Congres 2018. Inhoudelijk was het een vervolg op de CVI presentaties over BlockChain. Maar ik kan nu eenmaal niet 2 maanden later exact dezelfde presentatie geven, aangezien ik ondertussen weer nieuwe dingen ontdek en leer. 😉

De presentatie is hier te vinden.

Privacy, ook uw zaak

Vandaag ben ik op het DUO MBO congres en in de 3de ronde “Privacy, ook uw zaak” neemt Leida Berndt ons mee in de gegevensleveringen DUO. Als spin in het web, wisselen ze natuurlijk ontzettend veel persoonsgegevens uit voor BRON, lerarengister, diplomaregister etc. Tijd voor een update.

Het doel van de uitwisseling is bekostiging mogelijk maken, de beleidscyclus ondersteunen, processen voor externe uitvoering (inspectie, belastingdienst, RVO, SVB etc.) mogelijk maken en het doen van onderzoek.

Lijkt vanzelfsprekend maar het is goed dat DUO ook vertelt welke wettelijke grondslag ze hebben: onder andere Wet op Onderwijstoezicht, Wet op HO/WO, WEB. Om de komst van AVG goed voor te bereiden heeft DUO alle registraties en uitwisselingen gescreend op die grondslagen. Verder is er een afdeling ‘Gegevensmanagement’ gekomen met aandacht voor doelmatigheid, beveiliging, bewaartermijnen, schonen/vernietigen en een dataregister natuurlijk etc.

Peter Vermeijs van de MBO Raad vervolgt met doorleveringen BRON. De scholen hebben een wettelijke verplichting gegevens te leveren en deze zijn vanzelfsprekend niet openbaar. We moeten dit de studenten wel vertellen (bijvoorbeeld in de onderwijsovereenkomst, de website of het privacy-handboek).

Als school heb je per 25 mei minimaal nodig: privacybeleid, beleid informatiebeveiliging, protocol datalekken, een overzicht van de verwerkingen, verwerkersovereenkomsten en procedures voor het uitoefenen van je recht als betrokkene. Zelf hebben we veel aan de handreikingen gehad van het IBP netwerk.

Er komen veel voorbeelden van ‘privacy-fijnslijperij’ voorbij. Waarom een geboorteplaats wel op de onderwijsovereenkomst en niet op de praktijkovereenkomst staat bijvoorbeeld. De verwachting is dat dit soort details de komende jaren nog verder uitzuiveren. Onder juristen, accountants, scholen en inspectie verschillen de meningen ook nog eens welke inzage er nodig is. 😉

 

Kwaliteitsafspraken MBO

Vandaag ben ik op het DUO MBO congres en in ronde 2 geeft Henk Kuppens ons een update over de nieuwe kwaliteitsafspraken. De MBO’s zijn overeengekomen in een bestuursakkoord hier zelf verder aan te ontwikkelen (MBO-scholen aan zet). Twee ontwikkelingen dragen hier aan bij:

  • Regionalisering versus landelijk (decentraal).
  • Horizontalisering versus verticaal.

Praktisch gezien kunnen de kwaliteitsafspraken opgenomen worden in beleidsplannen of strategische plannen die instellingen al hebben. De aanmoediging is om deze bij te werken, met 3 speerpunten (kwetsbare jongeren, gelijke kansen voor iedereen, voorbereiding op arbeidsmarkt van de toekomst). Oftewel: de kwaliteitsagenda vloeit voort uit de strategie van de mbo-school zelf, mits er draagvlak is en je aansluit bij ontwikkelingen in je werkgebied.

Hoe kan een instelling dit doen?

  • Gebruik de notitie ‘en nu verder in de regio’ [pdf].
  • Gebruik bestaande initiatieven, afspraken en PCV cyclus.
  • Operationaliseer dit in maatregelen.

OCW / Regiegroep Bekostiging werkt de regeling verder uit en de manier waarop we deze moeten verantwoorden (uiteindelijk op basis van integraal oordeel). De financiële middelen komen in 2019, waarschijnlijk augustus, wel geldend met terugwerkende kracht.

Ik kende overigens de “Leven Lang Ontwikkelen” term nog niet, als opvolging van “Leven Lang Leren” natuurlijk. Het doel is duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Voor de burger uit zich dit als een ‘potje’ dat gevuld wordt met geld voor onderwijs.

Kijkje in de belevingswereld van onze student door Yvonne van Sark

Vandaag ben ik op het DUO MBO congres en in de openingslezing neemt Yvonne van Sark (Youngworks) ons mee in de belevingswereld van onze student. In haar inleiding stelt ze dat ‘begrijpen’ voor jeugd sterk samenhangt met ‘raken’. Zonder geraakt worden geen motivatie om te leren denk ik.

We vervolgen met een kleine quiz om te testen hoeveel we van onze jeugd afweten. We starten staand en iedereen die een antwoord fout heeft mag zitten. (Handig alternatief voor Mentimeter of Kahoot trouwens.) “Wat betekent Finsta?”, “Hoeveel procent stemt met 18 jaar?”, “Wat is de tide-pot-challenge?”, “Op hoeveel verschillende social media platforms zitten jongeren?” en “Hoeveel procent heeft afgelopen jaar lachgas gebruikt?” … Uiteindelijk blijven maar 6 mensen staan van de paar honderd. Vond het wel sterk hoe weinig ik er goed had, terwijl je wel voor de doelgroep werkt.

Yvonne vertelt dat de rijping van het brein tot 25ste doorgaat. Sommige onderdelen sneller dan andere. De frontaalkwab voor complexe cognitieve taken loopt achter bij die voor emoties en impulsen, die vooral ‘in het nu leeft’. Vrij veel denkkracht gaat naar het ‘sociale brein’ die voortdurend peilt wat de plaats in de groep is. Experimenten tonen ook een hoger risicogedrag aan, als anderen meekijken. Lijkt me soort omgekeerde sociale controle dus. “Behandel ze volwassen, maar houdt rekening met onvolwassenheid”, is haar stelling. Beetje open deur denk ik, maar geeft wel vertrekpunt aan.

Voor wie de kenmerken van groepen jeugd uit elkaar wil houden heeft YoungWorks een handige tijdlijn.

TIMELINE2.0.png

Samenvattend:

  • Al met al heeft de jeugd andere verwachtingen, zoals een snelle respons bij vragen.
  • De financiële koopkracht daalt. Het gevolg is dat jongeren beslissingen zoals uit huis gaan uitstellen.
  • Bredere tendens is individualisering wat zich uit in ‘zelf-centrisme’.
  • Anticipeer op mondigheid en ‘onderhandelingshuishoudens’.

Tips voor scholen:

  • Waarschuwing: kijk uit met ‘culturele toenadering’. De jeugd begrijpen is iets anders dan hun stijl en maniertjes over nemen. Daar prikken ze snel doorheen.
  • Heb aandacht voor werkdruk, burn-out verschijnselen, eenzaamheid en contact. Social media toont soms van vrienden een te rooskleurig beeld, wat leidt tot depressieve gevoelens bij pubers.
  • Investeer in een persoonlijke relatie, juist op informele momenten en verdiep je in het houden van open gesprekken.

De handout van de lezing is hier te vinden. Wel even evaluatie invoeren. 😉

Trendmatcher … bedankt!

Ik had, net als veel anderen, al afscheid genomen van Willem Karssenberg, maar toen hij zich afvroeg of hij de bijdragen aan zijn afscheidsboek kon delen, dacht ik: ik leg het toch even op mijn eigen blog ook vast.

Dus bij deze:

Beste Willem,

op 9 november 2006 waren we te gast bij Gilde Opleidingen in Venlo voor de platform dag van “BVE-Leren”. Daar vroeg je in de pauze rechtstreeks aan mij “Joël, waarom ga je ook niet bloggen?”. Rechtstreekse vragen werken bij mij het best en tot op dat moment dacht ik dat bloggen iets voor ‘gevorderden’ of ‘bekendere mensen’ was. Het zette wel een knop in mijn hoofd om, waarmee iets op gang gebracht werd! Namelijk dat ik schrijven leuk vind, het mijn eigen leerproces helpt, het kon uitgroeien tot een soort vaste rol als edublogger op conferenties en uiteindelijk ook andere schrijfklussen.

Overigens was het thema van die dag “ICT-ondersteuning in de leeromgeving van de toekomst: Wat betekent dit voor morgen?”. Nog steeds actueel dus en passend bij je alias: TrendMatcher! Jouw blogs hebben dit thema door de jaren heen helpen realiseren, nog afgezien van het ‘netwerk-effect’. Namelijk dat jij bloggen-voor-onderwijs-en-ict op de kaart hebt gezet en anderen net als ik dat ook gingen doen.
Dank voor het aanwakkeren, de samenwerking tijdens conferenties en het onvermoeibaar delen van alles wat je ontdekte!

Geniet van de tijd die voor je ligt!

Blockchain en het mbo – saMBO-ICT Whitepaper

Afgelopen maandag is de whitepaper “BlockChain en het MBO” gepubliceerd, die ik schreef voor saMBO-ICT. Lezers van mijn blog of aanwezigen bij mijn presentaties zullen veel ervan herkennen natuurlijk.

Gezien de fase van deze technologie (jong, net na de piek van ‘overdreven verwachting’) was er vooral ‘duiding’ nodig. Hoe nu verder?

Mijn zoektocht zal verder gaan langs de volgende lijnen:

  • Zelfsoevereiniteit en identiteit: Hoe kunnen we onze online identiteiten laten ontwikkelen van gecentraliseerd, naar federatief, naar decentraal en zelfsoeverein? Met een sterke informatiepositie voor onze studenten als doel.
  • Cryptografie: Hoe draagt het digitaal waarmerken en ondertekenen bij aan de ‘digitalisering van waarde’, als opvolger van louter ‘digitaliseren van informatie’.
  • Applicatielandschap: Met de huidige systemen maken we van onze scholen grote dataverzamelaars en daar komt maatschappelijk steeds meer kritiek op. Ik denk alleen niet dat we teveel of verkeerde informatie vergaren. Wel zoek ik naar mogelijkheden om de gegevens dichterbij de student te houden.

Genoeg voor een vervolg dus …

Studybits: Europese infrastructuur voor leerprestaties

In het artikel op ScienceGuide “Maak ruimte voor deelcertificaten in de WHW”  houdt Robert Bouwhuis een pleidooi voor de wettelijke erkenning van deelcertificaten. Met de OpenBadge standaard als manier om deze te beschrijven.

De context van zijn opmerkingen is die van het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Vandaar dat ik hier graag aan wil toevoegen dat dit voor het MBO onderwijs net zo relevant is. Het aanbieden van keuzedelen bijvoorbeeld en publiek-private samenwerking voor korte cursussen die regionaal relevant zijn, maken dat het tonen van leerprestaties niet meer een kwestie is van ‘met je diploma wapperen’ na 3 of 4 jaar studie.

Interessanter nog is de verwijzing naar het onderzoek van de technische haalbaarheid van Studybits. Het project dat gelanceerd werd met het Fieldlab tijdens de BlockChain in Education conferentie afgelopen september. Relevant omdat allerlei BlockChain initiatieven kritisch bekeken worden, gezien de openheid en privacybezwaren die aan de meeste varianten kleven. Vandaar dat sommigen zeggen “BlockChain … op ramkoers met GDPR” en ik in de sessie op de CVI Conferentie dit aspect vermelde bij de het overzicht met Kansen/Bedreigingen.

Het (concept)rapport geeft na een introductie over onder andere zelfsoevereine identiteiten een vergelijking tussen twee standaarden: BlockCerts en Sovrin. De eerste is een standaard die OpenBadges combineert met het vastleggen van een waarmerk op een BlockChain. BlockCerts wordt gebruikt door MIT om diploma’s uit te geven en door scholen in Malta om certificaten vast te leggen. De tweede is meer een platform, waarbij de ‘BlockChain’ zelf alleen gebruikt wordt om de zogenaamde ‘schema’s’ vast te leggen voor de credentials die een organisatie uitgeeft. De credentials zelf komen in de ‘wallet’ van de ontvanger.

Ik zie het als een generieke infrastructuur: elke instantie, verzekeraar, school, overheid of zorginstelling kan een uitspraak doen over zijn medewerker, klant, student, burger of patiënt. De manier waarop deze vastgelegd worden, de standaarden, zijn openbaar op een blockchain te vinden. De uitspraken of claims zelf zijn dat niet. In het geval van een school kan het gaan om de uitspraak dat iemand een diploma of certificaat bezit of een leerprestatie behaald heeft.

Waar privacy-puristen nou zo blij van gaan worden, verwacht ik, is de manier waarop dit technisch uitgewerkt is. Er is namelijk geen profiel op te bouwen van een individu, doordat partijen die ‘claims’ uitgeven samenwerken met partijen aan wie je die toont. Ook kun je selectief informatie geven, bijvoorbeeld dat je meerderjarig bent, zonder dat je je identiteitsbewijs met geboortedatum afgeeft.

Wat ik er tot nu toe van begrijp is dat dit kan door de combinatie van:

  • DID’s (Decentralized Identifiers): een jonge standaard die bedoelt is om centrale registers van identiteiten/sleutels te voorkomen of aanvullen.
  • Identy Mixer: een techniek waarmee anoniem ‘credentials’ uitgegeven en gecontroleerd kunnen worden. Deze is al op kleine schaal in Nederland toegepast in het IRMA project.

Het rapport geeft als advies:

Uit bovenstaande vergelijking blijkt dat Sovrin vele voordelen biedt ten opzichte van Blockcerts om als basis te dienen voor een oplossing voor een complete selfsovereign digitale identiteit. Het heeft zeer sterke privacy-vriendelijke eigenschappen en beschikt over een infrastructuur en protocollen voor het veilig en betrouwbaar uitgeven en delen van digitale credentials. Hiermee lijkt het een robuustere technologie voor toepassing in de Studybits Proof of Concept.

Ik vat het samen met een eigen interpretatie:

BlockChain is niet het punt waar het om draait, belangrijker is dat de student zelfstandig zijn leerprestaties kan aantonen. Het middel hiervoor is en blijft de cryptografie van waarmerken. Het resultaat daarvan echter bevindt zich bij hem/haar zelf en niet op een BlockChain. Het concrete advies zegt eigenlijk ook … doe even niet wat Malta deed …

CVI Conferentie 2018 #cviov

Vorige week was ik te gast in Leeuwarden voor de CVI Onderwijsvernieuwing en ICT Conferentie. Het waren twee nuttige conferentiedagen met een goede mix van inspiratie en inhoud. Op uitnodiging van saMBO-ICT verzorgde ik zelf een sessie met het thema “BlockChain – De Student Centraal”. Daar kom ik nog uitgebreider op terug in aparte blogs. We waren met een fijne groep edubloggers, hun verslagen kan ik aanraden en zijn hier te vinden.

Wat mij opviel door de sessies heen: meer aandacht voor persoonlijke leertrajecten en veel samenwerking met bedrijven om je beroepsopleiding vorm te geven. Of het nu om Open Badges gaat, om cross-over kwalificaties maken of praktijkgestuurd onderwijs, uiteindelijk dragen ze allemaal bij aan leerroutes die persoonlijk en relevant zijn. Het kan ook zijn dat ik juist die sessies uitkoos die hier over gingen, maar ik denk dat het thema Mienskip (mooi Fries woord voor ‘gemeenschap’ of ‘samen’) hier aan bijdroeg. Je kunt het ook co-creatie noemen maar zeg nou zelf, we hebben al genoeg jeukwoorden in het onderwijs. 😉

Mijn eigen verslagen:

De Citadel: Verantwoordelijkheid voor je applicatielandschap regelen

Vandaag ben ik bij het Netwerk IM en het thema is de “De Citadel”. Een aanleiding om naar dit model te kijken was de term “verantwoordelijke”. Het blijkt een praktisch middel om antwoorden te krijgen op de vraag wie er verantwoordelijk is voor het applicatielandschap van een onderwijsinstelling. Leo Bakker, Wilmar de Lange en Willem Karssenberg nemen ons mee. Bij Surf is meer te vinden over het Burcht-model.

Het bestaat uit 3 lagen:

  • De versterkte burcht: hierin zitten de kernsystemen voor HR, Financiën en de studenten-informatiesystemen. Hier regeren meervoudige authenticatie en geautoriseerde rollen etc. De beheersprocessen zijn formeel en er wordt steeds meer gewerkt onder architectuur. Meer te vinden in de Ict-Monitor van 2017.
  • De ommuurde stad: hierin zitten de ELO, samenwerkingsomgevingen en digitaal lesmateriaal. De diversiteit en vrijheid is hier groter.
  • De open buitenwereld: hierin zitten alle systemen die iedereen zelf kiest en gebruikt, de bekende shadow-IT. Hier regeren allerlei tooltjes en veelal social media. Sommige zijn te vergelijken met ‘struikrovers’, anderen zien hier juist de kansen. 😉
    Waarschijnlijk zouden we er van staan te kijken als we onder onze docenten nagaan hoeveel eigen IT ze hebben. Dan is de vraag: Moet je dat verbieden? Gedogen, ondersteunen, stimuleren, tolereren, reguleren?

Helder is dat de verantwoordelijkheid van een school steeds verder afneemt naar buiten. Tegelijkertijd blijft een werkgever verantwoordelijk voor wat docenten zelf doen in hun onderwijs. Vandaar dat we er wel over moeten nadenken als informatiemanagers.

Aan de hand van het model gingen we in groepjes casussen langs. Ze illustreren in ieder geval de complexiteit en de hoge verwachtingen van eindgebruikers, vooral als samenwerking de grenzen van je organisatie overstijgt. Onze casus:

Onderwijs in de praktijk: in dit voorbeeld vindt 100% van het onderwijs in een zorginstelling plaats. De docenten lopen dus op een externe locatie rond samen met praktijkopleiders van die zorginstelling. Beiden nemen deel aan het proces van begeleiden, het registreren van aanwezigheid en leerresultaten. De aangewezen systemen hiervoor zitten in de burcht (SIS).
Informeel wordt er echter veel informatie uitgewisseld op papier en mail.
Theoretische oplossing: Personen uit andere organisaties trek je de burcht in door op basis van een formele relatie ze netjes een account te geven en bijbehorende autorisatie.
Praktisch: Niet alle SIS-en van nu ondersteunen heel makkelijk het beheer hierop. Het betreft grote aantallen externe partijen en personen (leerbedrijven en praktijkopleiders). Dus zowel de in- als uitstroom hiervan lijkt me een grote administratieve last. Op langere termijn zou ik zelf meer zien overigens in bedrijfsaccounts via eHerkenning.

Datagestuurd onderwijs op #samboict

Ik ben vandaag te gast bij het Zadkine voor de 37ste saMBO-ICT conferentie. In de laatste ronde nemen Jacob Poortstra (Noorderpoort), Nynke de Boer (SURF) en Marius Zandwijk
(Kennisnet) ons mee in de ontwikkelingen.

Marius opent met de kennissessies “Met en van elkaar leren” en “Van inspiratie naar doen” van vorig jaar. De focus lag op data uit de intake- en begeleidingsprocessen, analyses, ethiek en IBP. In 2018 staat een bootcamp gepland, ontwikkelen ze een praktisch instrument voor het bespreken van ethische vragen, worden use cases beschreven en komt er een werkconferentie in juni. Meer gegevens zijn bij Marius op te vragen.

Jacob vervolgt met hun ervaringen bij Noorderpoort. De motieven op een rij:

  • Steeds meer e-learning modules.
  • Online leren verschilt van klassikaal leren. Een deel van het inzicht dat je terloops opdoet valt weg vermoed ik.
  • Inzicht nodig in gebruik van leermateriaal.
  • Betere begeleiding van de student en zijn voortgang.

Hij stemde dit af met zijn studenten waarbij hij oprecht vroeg of ze kunnen presteren als er online ergens een les staat met af en toe een Skype gesprek. Frappant was dat studenten daar niet zomaar blij van werden. 😉

Ze zijn gestart met zowel lessen in de klas als online voor 17 studenten van MBO 3/4. Wat ik zelf echt heel goed vind: niet zomaar denken dat je dit big-bang kunt doen met honderden studenten. Realistisch klein beginnen en ervan leren dus. Ook geeft Jacob aan het onverantwoordelijk te vinden om studenten voor een examen de dupe te laten worden van iets dat experimenteel is. Eens!

De voortgang wordt technisch gemeten door ‘trackers’. Die vanuit de advertentiewereld natuurlijk een slechte naam hebben. De studenten (ouder dan 16) die meededen waren wel akkoord gegaan op het verzamelen van de data. Ze hadden ook altijd een knop om ‘uit te stappen’. Intern werd de data niet verder gedeeld met collega’s van Jacob.

Hij ziet wie er gebruik maakten van het materiaal, hoe ver ze zijn en hoe ze scoren op een zelftoets. Jacob gebruikt deze informatie voor de begeleiding van zijn studenten. Om metingen wat concreter te maken verzon hij een “inspanningscoëfficiënt”, een soort kpi die aangaf hoeveel online acties een student deed. Vervolgens spiegelde hij dit aan toetsresultaten. De student zelf ziet zijn eigen activiteit t.o.v. de andere studenten en een vergelijking van eigen uitgevoerde activiteiten.

De stand van de technologie is wel dusdanig dat het niet zomaar plug-and-play is. Niet erg, want anders kom je nooit verder maar je moet daar wel tegen kunnen.