Met onze school naar de Cloud (I)

Afgelopen twee jaar hebben we onze transitie naar de cloud voorbereid. Dat is best een lange tijd, zelfs voor een proces waarin je oriëntatie, aanbesteding, inkoop en inrichting doet. Om te voorkomen dat we vanuit het ‘gereedschap’ (software) dachten, stonden we vrij lang stil bij wat ons doel nu eigenlijk was, wat we als organisatie nu precies wilden met moderne ICT.

Halverwege werd duidelijk dat die cloud eigenlijk uit twee delen zou bestaan:

  • Private Cloud: een ‘eigen’ deel waar we nog het technisch beheer van doen. Deze is wel compleet gevirtualiseerd, zodat we niet eigenaar hoeven te zijn van de rekken met servers zelf.
  • Public Cloud: die door Microsoft geleverd zou worden.

In komende blogposts wil ik verslag doen van onze reis en vertellen over de keuzes die we maakten.

Disclaimer:

Mijn ervaringen zijn opgedaan binnen de context van een middelgroot MBO. Dus wat voor ons werkt hoeft ergens anders niet handig te zijn. Een andere cultuur, een andere schaal of een andere onderwijssector dwingen zelf na te denken. Best-Practices kunnen daarom niet zomaar gekopieerd worden. Het leek me alleen goed om onze afwegingen en keuzes te delen, ook al kunnen die voor een andere organisatie anders uitpakken.

Even bijpraten met Joël

Ik loop al een tijdje na te denken over mijn blog. De behoefte om te schrijven blijft, alhoewel ik altijd een drempel heb om er aan te beginnen. Vermoedelijk werkt live-bloggen op conferenties daarom zo goed voor me. Aangezien ik tijdens een workshop of keynote maar voor één ding aandacht heb: de inhoud, de spreker en zijn bronnenmateriaal.

Keerzijde is dat mijn blog buiten conferenties om stil blijft, terwijl ik zoveel in mijn hoofd heb dat er uit wil. Het doet me ook goed, het van me afschrijven. Het helpt reflecteren op zaken. Ik vermoed omdat schrijven toch een wat tragere activiteit is dan de hectiek van alle dag.

Even over hectiek, afgelopen 2 jaar heeft onze organisatie de transitie naar de cloud voorbereid, o.a. middels Office 365 en SharePoint. Nu we eenmaal ‘live’ zijn gaat mijn aandacht weer terug naar het architectuurwerk en er komt ook een nieuw Informatieplan aan, dat ik samen met mijn collega informatiemanager aan het schrijven ben. Ik wil in ieder geval de ervaringen van afgelopen twee jaar op het gebied van SharePoint delen. Daarnaast lijkt me ons praktisch gebruik van het negenvlaksmodel interessant voor anderen.

Wordt vervolgd dus!

Blogs op het CvI Weblog

Ik bezoek ook vandaag de CvI Managementconferentie en ik mag er conferentiebloggen, gelukkig samen met een groep edubloggers. Alle blogs zijn hier te vinden. Mijn blogs van vandaag op een rij:

Blogs op het CvI Weblog

Ik bezoek vandaag de CvI Managementconferentie en ik mag er conferentiebloggen, gelukkig samen met een groep edubloggers. Alle blogs zijn hier te vinden. Mijn blogs van vandaag op een rij:

Morgen dag 2!

HORA en ROSA: Samenwerken in de keten mbv architectuur #samboict

HORA

Joyce Nijkamp van de UvA presenteert over de “Hoger Onderwijs Referentie Architectuur” HORA. Ik ging hier naar toe vooral vanwege mijn interesse in architectuur in het algemeen. In het hoger onderwijs wordt deze gebruikt als referentie. Zodat instellingen zelf hun eigen versie kunnen maken. Zoals het hoort bij architectuur hebben ze een hele reeks modellen. Twee voorbeelden:

  • Wat me opviel is dat ze bij het onderdeel ‘businessmodel’ het zogenaamde canvas gebruiken van Alex Osterwalder. Voor het eerst dat ik deze ook echt concreet ingevuld zie bij een onderwijsinstelling. Het interessantst is niet zozeer wat er uiteindelijk opgeschreven wordt in het canvas, maar de dialoog er omheen.
  • Voor de bedrijfsfuncties gebruiken ze een model met bouwblokken. Joyce laat concreet zien hoe zo’n model helpt bij het onderzoeken van blinde vlekken en het analyseren van behoeftes of volwassenheid van onderdelen.

Voor samenwerking in de keten is er de zogenaamde “Referentie Onderwijs Sector Architectuur” (ROSA). Daarvoor hebben ze een ketenfunctiemodel.

Hoe helpt dit mij?

  • Door bij tekenen en modelleren niet het wiel uit te vinden en te controleren of ik compleet ben.
  • Complexiteit te verminderen. Natuurlijk een algemeen doel van architectuur.

Schonen van systemen; is dat nodig en kan het eigenlijk wel? #samboict

Bas Kruiswijk praat ons bij over het bewaren van gegevens en de problematiek er omheen. In een eerder stadium is er een Hoe?Zo! boekje geschreven over Documentmanagement. Als je het simpel maakt (of de vraag stelt “Wat moet ik?”) dan heb je de volgende aanknopingspunten:

  • De archiefwet.
  • Het Basis Selectie Document.
  • De wet op de bescherming persoonsgegevens. Dit betreft alle gegevens die zijn te herleiden tot een persoon. Deze moet je vernietigen als ze niet meer nodig zijn. Langer bewaren moet dus gebonden zijn aan een specifiek doel. Een ongeschreven regel is dat het studentdossier 2 jaar bewaard kan worden, nadat de student is uitgeschreven.

Overigens ben en blijf je als school zelf verantwoordelijk, ook als je systeem bij een leverancier staat. Deze is in dit kader slechts ‘bewerker’.

Bas onderscheidt wel twee terreinen waarop dit alles speelt: documenten (papier, pdf, doc etc) en gegevens zoals deze in databases zit van systemen. Ook voor die laatste gelden dezelfde regels. Terwijl er technisch nog geen systeem is dat het verwijderen van records echt goed ondersteunt. Normaliter groeien je databases van kernsystemen alleen maar. En plompverloren verwijderen breekt dan van alles. In de werkgroep zoekt men naar oplossingsrichtingen hiervoor.

Ik vroeg me zelf zo ineens af:

  • Als je leven-lang-leren wilt ondersteunen, mag je dan langer bewaren? In principe niet dus. Het enige is een minimale set gegevens voor alumni doeleinden.
  • Als je in de keten dossiers overdraagt, met toestemming van ouder/student, wat doe je dan met gegevens die niet relevant zijn voor je eigen doelen? Moet je die selectief verwijderen?
  • Als je foto’s hebt die tot een individu te herleiden zijn, moet je die dan weggooien na 2 jaar? Wat doe je met je foto-archief? Dat weet nog niemand. 😉

Heeft de informatiemanager nog toekomst? Keynote op #samboict

Rob Poels verzorgt een keynote op de 31ste saMBO-ICT conferentie. Hij neemt ons mee in een verkenning voor deze prikkelende vraag. Hij vraagt of IM klaar is want: de infrastructuur is modern, BYO is mogelijk, de bedrijfsvoering is op orde etc. Maar hoe zit het dan met de innovatie in het primaire proces? Hoe verleid je docenten om mee te denken over de mogelijkheden? Hoe krijg je iets voor elkaar? Vaak hebben informatiemanagers geen macht, mensen of middelen. Althans niet rechtstreeks lijkt me.

Hij haalt ook even de bekende veranderkleuren aan. Verander je door te:

  • Plannen? (Blauw)
  • Leren? (Groen)
  • Beïnvloeden? (Groen)
  • Motiveren? (Rood)
  • Inspireren? (Wit)

Van oudsher zijn informatiemanagers geneigd de blauwe manier te kiezen, met een vleugje groen. Er zijn ook interventies die er NIET toe doen. Althans die je invloed niet echt beïnvloeden:

  • IT Awareness bijeenkomsten organiseren.
  • Interne SLA’s afsluiten.
  • Verbeteren communicatie rond IT projecten. Communicatie is wel de sleutel, maar laat niet een externe dat als project doen.
  • De positie van IM.

Interventies die er WEL toe doen:

  • Ontwikkel een visie.
  • Vergroot het vertrouwen. Hoe? Door de continuïteit te borgen. Mensen vertrouwen innovatie niet als de basis al niet eens stabiel is. En lever projecten op tijd op en binnen budget. Zorg daarnaast voor transparantie.
  • Verbeter de performance van ICT discipline. Als 70% van het IT budget op gaat aan onderhoud in plaats van vernieuwing dan heb je geen capaciteit voor verandering.
  • Investeer in mensen en sociale processen. De bestuurder denkt eerst “Vertrouw ik het?” en “Begrijp ik het?”. Terwijl de IT manager denkt “Kan ik het leveren?” en ”Is het goed voor de business’?

Samenvattend naar de nieuwe rol van informatiemanager: diagnosticeer, kies een veranderstrategie in een andere kleur dan je gewend bent, maak een interventieplan en voer deze uit. Begin daarna overnieuw.

Studentportaal en Onderwijscatalogus met Office 365 #samboict

Frans Noordman en Bert Klop van het ID-College vertellen over hun Office365 gebruik voor deelnemers.

Frans opent met de doelen: een student inzicht geven in zijn leertraject, keuzes laten maken binnen zijn studie en digitale ondersteuning bieden. Tegelijk liepen er al ontwikkelingen op intranet, een samenwerkingsomgeving, een studentportaal (Office365) en de ‘Onderwijscatalogus’. Deze laatste hebben ze op een eigen omgeving, met SharePoint 2010.

Ik was erg nieuwsgierig hoe ze dat gebouwd hebben en wat de samenhang is met hun andere kernsystemen.

Functioneel gezien ontwikkelen, beheren en ontsluiten ze informatie over domeinen, opleidingsgroepen, crebotrajecten, leereenheden en onderwijsproducten. De contentcatalogus staat er los van. De student kan zijn keuzes maken en het traject inzien. De opleidingontwerper kan trajecten aanmaken en aanbieden ter vaststelling.

Wat mij opviel:

  • Ze hebben eigenlijk meerdere separate omgevingen. Dat lijkt me beheersmatig onhandig. Het geeft je wel de mogelijkheid specifieke functionaliteiten aan te wenden, die de cloud niet heeft. Moet je willen, maar ik snap wel dat het historisch zo groeit.
  • Technisch is de ‘repository’ maatwerk op SharePoint 2010. Maatwerk kent voordelen maar vergt ook lange termijn commitment van een school. ik bespeur geen echte integratie met bijvoorbeeld EduArte.

Het studentenportaal ontsluit met Office 365 veel algemene informatie, links naar roosters en mededelingen. Een soort “studenten-intranet”. Daarnaast worden de omgevingen gebruikt voor het ontsluiten van lesmateriaal, opdrachten en bronnen.

Ict laten werken voor het onderwijs – Keynote #samboict

Ik ben vandaag op de 31ste saMBO-ICT conferentie in Heerhugowaard bij het Horizon College. De eerste keynote is van Toine Maes en Alfons ten Brummelhuis. Toine opent met de loftrompet over 5 jaar saMBO-ICT. Persoonlijk vind ik dat terecht, omdat je door de jaren heen merkt hoe waardevol het netwerk voor en door MBO’s is. Het heeft mij in ieder geval enorm geholpen.

Vervolgens schetst hij een stukje internet geschiedenis. Van winkels naar webshops (BOL), van albums naar songs (iTunes), van media naar social media, van bezit naar toegang (Spotify), van vast naar mobiel, van creatie naar co-creatie. van onbenutte naar benutte capaciteit (airbnb, uber), van geld naar informatie. Bij deze laatste mis ik alleen BitCoin/BlockChain. 😉

Hij zoekt in dit alles de balans tussen vraagsturing, massa en samenwerking. Hij pleit voor het kantelen van “U mag kopen onder mijn voorwaarden” naar “U mag leveren onder mijn voorwaarden.” Wie schrijft de leveringsvoorwaarden van je ingekochte diensten vraagt hij. Klinkt als Vendor Relationship Mangement volgens mij en de ideeën die Doc Searls hierover heeft.

Alfons hangt zijn keynote op aan een aantal woordparen die gelijk op moeten gaan. Die van “Praktijk” versus “Idee” bijvoorbeeld.

ICT gebruikt vaak dezelfde woorden als in sprookjes. Maar elk sprookje heeft een les … ICT toepassingen leveren dagelijks heel veel nieuwe ideeën, maar de praktijk is weerbarstiger. De schakel hiertussen is ‘bewijskracht’. Geen voorschrijvend bewijs, maar de ervaring die ons wijzer maakt en keuzes helpt maken. Uit de kindertijd van ICT hebben we geleerd dat de aanwezigheid van infrastructuur op zich niet voldoende is voor tevredenheid. Meer ICT is niet hetzelfde als beter onderwijs. Je moet dus inzicht hebben in de opbrengsten van ICT. Praktisch gezien kun je op weg geholpen worden door de 4W publicaties. Alfons illustreert aan de hand van onderzoeksresultaten dat je heel precies moet kunnen kijken in welke context je welke vormen van ICT toepast.

Alfons spreekt bevlogen en met aandrang: Maak gebruik van alle onderzoeksresultaten en de inzichten daar uit!