Michiel van Geloven presenteert de beta-versie van de volwassenheidsmeter op het gebied van digitaal toetsen. Over het algemeen vind ik maturity-modellen praktisch omdat ze veel aanknopingspunten bieden om geleidelijk te groeien. Als een onderwerp complex en breed is om aan te pakken, dan werkt het wel eens ontmoedigend, zo’n gevoel dat je overladen wordt. Enfin, nu eentje voor digitaal toetsen dus.
Deze raakt 5 concrete gebieden en door hier systematisch naar te kijken krijg je inzicht in de huidige situatie (0-meting) en je zou kunnen bepalen waar je over 3 jaar wilt staan. ‘Basis-op-orde’ is dan het onderste niveau. Die zou je meestal direct willen bereiken natuurlijk. De 5 gebieden met hun indicatoren (deels eigen interpretatie):
- Beleid en Visie: Is er zichtbaar leiderschap? Is er een gedragen visie op digitaal toetsen? Is er een (digitaal)toetsbeleid? Is er een heldere business case?
- Organisatie: Is de tentamenorganisatie op orde? Loopt de logistiek, planning en roostering soepel? Zijn de beheersprocessen van de ICT afdeling voor dit onderwerp efficiënt? Is de afstemming van onderwijs en ICT volwassen? Voer je regie over je leveranciers van toetsen en toetssoftware? Hoe goed kun je met ze partneren? Denken ze mee?
- Deskundigheid: Op managementniveau (motiverend, proactief of alleen risicomijdend reactief), kent de portefeuillehouder voldoende zijn onderdelen? Op docentenniveau (zijn ze toetsdeskundig en bewust van de veiligheidsaspecten en gaan ze daar verantwoordelijk mee om?). Op het niveau van de tentamenorganisatie en ondersteunende diensten etc.
- Voorzieningen: Is de toetssoftware gekozen, ingekocht, geïmplementeerd? Zijn de faciliteiten voor toetsafname passend? Is de toetsveiligheid geborgd? Voldoet de archivering?
- Implementatiestrategie: wat zijn de doelstellingen? Wat is de stijl en vorm van aansturing? Welke vorm van projectorganisatie kies je? Hoe goed is het plan van aanpak? Welk budget is er?
Per gebied vul je de maturity-waarde in, de scores worden bepaald door gesprekken met betrokkenen of door metingen, als indicatoren te kwantificeren zijn. Een opper-maturity-scan heeft doorgaans niveaus zoals ‘Greenfield’, ‘Ad-Hoc’, ‘Managed’ en ‘Optimized’. In deze variant werkt het met percentages waarbij 100% de gewenste situatie zou zijn.
We gingen daarna er zelf mee aan de slag. Door het ‘naar eer en geweten’ in te vullen. Volwassenheid meten is overigens geen exacte wetenschap, maar de dialoog er om heen kan heel waardevol zijn. Vooral een collectief beeld krijgen helpt later bij implementaties lijkt me. Ik zie het daarom als een praktisch hulpmiddel om met stakeholders het gesprek aan te gaan. Uit de zaal kwamen nog wat suggesties, o.a. om het dieper uit te werken, het is ook niet voor niets beta. Per indicator zou er een soort ‘bewijslast’ gedefinieerd kunnen worden, waaruit concreet blijkt dat je een bepaald niveau hebt.
De scan is hier terug te vinden.
De presentatie is hier terug te vinden.