Yearly Archives: 2007

Me, Myself & I

Me Myself I

Af en toe hebben we wel eens last van “Multiple Identity Disorder” (Schizofrenia 2.0), vanwege alle accounts verspreid over het net. Vanwege deze wildgroei aan accounts is Open ID ontstaan. Een manier om met één ID op andere sites te kunnen inloggen. Het is gedecentraliseerd en open, wat inhoud dat iedereen dit kan implemeteren en daarmee een “identity-provider” wordt.

ClaimID

Een site die dit toepast en er nog iets aan toevoegd is ClaimID. Door stukjes code toe te voegen aan je eigen blogs, accounts etc. kun je claimen dat die van jouw zijn. Deze vormen zo een verzameling van al je online identiteiten. Een profiel van al je profielen. De persoonlijke URL die ClaimID geeft (im mijn geval http://claimid.com/joeldebruijn) kan ik nu gebruiken om in te loggen op sites die OpenID ondersteunen.

Human Brain Cloud

HBC 

De meesten kennen wel het mindmappen en al associërend woorden aan elkaar plakken. Stel nu dat je deze aktiviteit van verschillende mensen koppelt, door zelfde associaties met elkaar in verband te laten brengen, dan krijg je dus een soort Woordspin 2.0. Veel gemaakte associaties vormen dikke verbindingen etc. Verder kan in beeld gebracht worden wie er het meest woorden matcht volgens menselijk gemiddelde etc.

Niet zelf bedacht, maar al bloghoppend gevonden: de Human Brain Cloud. Om te spelen best verslavend en om te bekijken grappig! De maker Kyle Gabler begon met 1 woord: vulcano. Nu bevat het 217131 woorden en 2014666 associaties.

Versienering

Web 2.0
Eigenlijk gek dat alles ineens vertweepuntnult moet worden, tot nu toe werden fases/periodes niet geversieneerd. (Is er eigenlijk een goed Nederlands woord voor “versioning”?)

Zou het met trends net zo gaan als met software pakketten? Eerst netjes 1.0, dan 2.0 en ergens verderop laat men het weer los. Kijk maar naar Windows: 1.0, 2.0, 3.11 en dan 95, 98, millenium en dan XP, Vista. Op de achtergrond bestaan de nummers nog wel, maar in de marketing komt het minder terug. (XP=5.1 en Vista=6.0)

Al surfend dacht ik een lijstje te maken van 2.0, alhoewel ik na 10 minuten surfen kwam op deze site met een heel alfabet. Toch een paar:

Business 2.0 Voor veel bedrijven is de vraag hoe aan het sociale web geld verdient kan worden, welke business-modellen bestaansrecht hebben. In het artikel ook gelijk de afbakening met Enterprise 2.0.

Of zou het hypen leiden tot:

Bubble 2.0 De eerste internet zeepbel spatte na een paar jaar ook uit elkaar. Als de hype voorbij is, hoeveel start-ups zijn dan ondertussen failliet? Overigens stelt Edo van Santen in dit artikel dat software die je moet installeren op een lokale pc ten dode is opgeschreven, hij vertelt ook waarom.

Death 2.0 Beetje luguber, maar valt er nog posthume interaktie te verwachten? Ik vond via deze blog de site “Respectance” oftwel een “social network of people that passed away”. Schijnt te helpen bij rouwverwerking.

Enterprise 2.0 en de toepassingen van social software voor corporate intranets.

Office 2.0 Niet te verwarren met het gelijknamige pakket van Microsoft, maar meer het kantoor van de toekomst. En dan wel gebruik makende van allerlei online tools die de software uit Redmond “overbodig” maken. Hier wordt de Setup uitgelegd, een erg uitgebreid overzicht van tools èn alternatieven.

Deze lijst valt vast nog wel aan te vullen, maar voor nu laat ik het hier bij.

SanDisk U3 Stick, helaas!

Vandaag even uitgeprobeerd op een standaard machine in het netwerk van ons ROC. En helaas, laten zich andere sticks gewoon bereiken, deze niet! De virtuele CDRom drive die het alternatieve startmenu moet opstarten, wordt niet geaccepteerd. In de verkenner is deze wel bereikbaar, maar de software start niet. De 2de drive voor de “Verwisselbare Opslag” is wel aanwezig maar kan niet verkent worden.

Op deze manier kun je dus nog minder met een U3 stick, dan met een gewone. Want ook al kun je je eigen software niet draaien, je verwacht wel dat je bestanden bereikbaar zijn. Blijft wel een leuke gadget voor als je bij anderen bent, en je je eigen instellingen wilt meenemen. Anyway: 2GB is nooit weg!

SanDisk U3 Stick

Stick 

Als dank voor een presentatie Pimp Your Course, samen met Karin Winters op een miniconferentie op ROCvA, kreeg ik een SanDisk 2GB stick. Met dank aan de ICT Meesters!

Nu had ik al een “Skype-on-a-Stick“en die werkt ook in ons netwerk. Op een PC heb je geen lokale beheerdersrechten, dus setup’s draaien die registerinstellingen wijzigen is er niet bij. Ook kunnen we alleen “aangemelde” software opstarten. Nu hoorde skype.exe daar niet bij, maar een hernoeming naar notepad.exe (kladblok dus) was voldoende om het te laten opstarten. Na aanmelding werkte het prima.

De SanDisk Cruzer gaat een stap verder. Het voldoet aan de zogenaamde U3 specificatie. Hiermee kun je programma’s draaien vanaf de stick, zonder sporen achter te laten op de host-pc:

Daarvoor bevat het een stukje hardware bevat die een drive aanmaakt die een CDRom emuleert. Daarop staat een speciaal Launch programmatje dat een alternatief startmenu aanbiedt. Daarnaast word een gewone schijf aangemaakt voor “Verwisselbare Opslag”. Software die ook aan U3 voldoet, kan vanaf de stick gestart worden zonder een setup te doorlopen. Bijvoorbeeld IrfanView, OpenOffice en een aantal tools.

Menu

Gelijk even een gast-account aangemaakt met minimale rechten op mijn laptop. Vervolgens ingelogd en de stick aangesloten. Ook nu laat de stick zich gebruiken en ik kan inderdaad OpenOffice zonder problemen starten. Nu nog meer U3 programma’s….

Captcha!

captcha_banner1.jpg 

Niet dat me blog nu helemaal overloopt met commentaar, maar onder Joomla had ik geen commentaar beperking geïnstalleerd. Dat leidde soms tot commentspamming met p0rn links erin. Voor WordPress een mooie captcha plugin gevonden. Dus nu kan iedereen zonder registratie commentaar geven èn worden spambots tegen gehouden. Ook hoef ik niet commentaar te “approven”.

Google as your Portfolio

Google Portfolio

Even een berichtje n.a.v. een blogpost van TrendMatcher en een gesprek dat ik had met een medewerker uit een team van ons ROC. Als ik in teams kom om te praten over Portfolio, dan hebben zij daar allemaal eigen denkbeelden bij. Eentje die steeds terugkomt: “We hebben een competentie-monitor waarin we aankruisen welk werkproces de student heeft gedaan en welke competenties hij daarin moest vertonen. In de fasen van het leerproces zie je zo heel overzichtelijk hoe hij er voor staat. O ja, het is in excel gemaakt. Kan dat online?”
Er is dus naast een portfolio ook behoefte aan een volgsysteem. Eerste reactie: verbouw zo’n excel tabel naar een database en breng deze online. Waarschijnlijk krijg je dan een systeem dat voor 1 uitwerking van competentiegericht opleiden geschikt is, voor 1 jaar. Want daarna zijn er weer andere wensen. Laat staan dat zo’n systeem voldoet aan de wensen van iedereen. Maar de eerste vraag was simpel: “Kan dit online?” Ja, eigenlijk nu al!

Daarom is bovenstaande afbeelding niet helemaal gereconstrueerd, jammer dat Google tot nu toe alleen financiële portfolio’s aanbied. Waarom jammer?

Het is eigenlijk een beetje een optelsom van mogelijkheden:

Capaciteit: Je portfolio draag je je hele leven met je mee. Nu zijn er natuurlijk allerlei bedrijven die portfolio’s aanbieden, zelf experimenteren we met Sakai, maar een portfolio hosten voor je hele leven voor iedereen? De enige op dit moment die zo’n servercapaciteit (1 miljoen servers!) kan bieden is Google.

–  Eigenaarschap: De persoon zelf is verantwoordelijk voor zijn portfolio, niet het bedrijf/school waar hij werkt of studeert. Wat nu als je van job verandert of een andere studie gaat volgen? Meenemen vanuit andere systemen die aan de e-portfolio standaard voldoen kan natuurlijk ook en dan maar hopen dat alles compleet blijft tijdens een verandering van school en werk… Je Google account is persoonlijk en staat los van de plek waar je leert/leeft.

Kosten: Gebruik van Google en dan vooral iGoogle is gratis en dat mag ook wel: we zitten niet voor niets tegen zoveel adwords aan te kijken.

Toegankelijkheid van informatie op lange termijn: Google zou alle Portfolio’s doorzoekbaar kunnen maken en zo een schat aan informatie ontsluiten voor latere digi-archeologen. Een “Leven-Lang-Leren” is leuk, maar waar blijft alles aan het einde ervan? Dan kun je het net zo goed bewaren voor anderen toch?

Functionaliteit: Nu al komen steeds meer applicaties onder de huif van Google. Nog te volgen zijn o.a. wiki’s. Mede mogelijk door de laatste overname van Jotspot. Ook zijn de toepassingen van Google Spreadsheets en Docs voor portfolio doeleinden legio. Voor toepassing als CMS, zie ook Willem Karsenberg’s blog.

Toepassingen als Portfolio:

De basis van veel Portfolio systemen is nogal eenvoudig: bestandsdeling. Dit voor samenwerking, begeleiding en het kunnen aanbieden van prestaties ter beoordeling. Een prestatie kan zijn weerslag vinden in een foto of filmpje van een concreet eindproduct, een verslag of logboek van het leerproces, commentaar van medestudenten als feedback etc. Allemaal dingen die met een combinatie van Google tools te regelen zijn.

Voorbeeld: We gaan uit van een student die voor de dagelijks gang van zaken begeleid wordt door een tutor. Voor zijn ontwikkeling wordt hij gecoached en voor de beoordeling is nog een beoordelaar nodig. Hij werkt “natuurlijk” samen met andere studenten. En iedereen heeft een Google account.
– De tutor maakt voor elke student die hij begeleidt een Google Spreadsheet aan met zijn competentie monitor. Hij kan hiervoor eenvoudig zijn excel bestand importeren. Hij geeft elke respectieve student kijk-rechten in zijn monitor. De coach krijgt kijk-rechten in de monitor van alle studenten.
– De student maakt zijn prestaties en toont dit middels Google Docs / Picasa Webalbum of Blogger. Hij deelt dit met tutor en coach. Voor de samenwerking deelt hij de bestanden met zijn medestudent en geeft ze schrijf-rechten. Als hij iets ter beoordeling wil aanbieden, geeft hij de beoordelaar kijk-rechten.
– Medestudenten geven elkaar schrijf-rechten wanneer het nodig is om samen te werken.
– Anderen zoals BPV begeleiders, ouders, BPV bedrijven, vakdocenten kunnen op dezelfde manieren inkijken in de student zijn portfolio.

Downside?
– Verkoop je je ziel niet aan Google, de informatie Mogol? Google is niet charitatief en er zijn wat privacy-issues
– Organisaties willen toch zelf systemen beheren? Of out-sourcen, ook prima, maar dan toch niet bij Google? Toch zijn er zo’n 1000 tot 2000 bedrijven per dag die starten met “Google-for-your-Domain”. Veelal kleinere bedrijven, maar toch.
– Security: als je iets “buiten de deur” hebt staan is het toch onveiliger?
– Connectivity: Google is moeilijk aan te sluiten op je eigen back-office systemen zoals administratie etc. 

Wordt vervolgd….

Sakai community source

Via bloghopping kwam ik de weblog tegen van Michael Feldstein en zijn ervaringen met de Sakai community. Hij verwoord precies een aantal criteria die van belang zijn voor duurzame “community-source” projecten. In steenkolen Nederlands:

– Bevorderen transparantie: communicatie, richting en beslissingen. Eigenlijk is dit voor gesloten organisaties ook belangrijk, maar vooral bij groeiende communities is transparantie van belang om te bepalen welke rol je kan/wil spelen.
– Het besef van eigenaarschap door niet-ontwikkelaars neemt toe. Zolang een systeem “van ontwikkelaars is”, zal de geboden functionaliteit vertrekken vanuit het technisch-mogelijke i.p.v. wensen en behoeften van gebruikers. Dit hangt samen met:
– Openstaan voor verandering: gemotiveerd door behoeften komt er soms kritiek op een systeem. De manier van omgaan hiermee toont hoe open men staat voor kwaliteitsverbetering.
– Het implementeren van standaarden zodat je eigen systeem aansluit en inter-operabel wordt.
– Verbeteren van release kwaliteit: systematisch toetsen en testen voor je iets uitrolt.

Sakai Conferentie

sakai2007.jpg In Amsterdam vindt deze week de 7de Sakai conferentie  plaats. Het Portfolio4u systeem zoals we dat binnen ROCMB gebruiken draait op dat framework en de leverancier was zo vriendelijk om ons uit te nodigen voor de woensdag.

Voor mij een eerste kennismaking met de Sakaicommunity en een gelegenheid om voorbeelden te zien. In Amerika wordt het vooral gebruikt door universiteiten en zij zijn dan ook de grootste deelnemers in de community. Uit Nederland waren een aantal ROC’s en de Universiteit van Amsterdam en Twente vertegenwoordigd. Ik heb zelf een aantal workshops bezocht.

Algemene conclusie van de hele dag:
– Buiten Nederland is Sakai vooral bekend bij Universiteiten. In Nederland experimenteren gelukkig ook veel ROC’s er mee.
– Sakai is een uitstekend voorbeeld van “Community Source”. Het heeft ondertussen dusdanig veel partners en actieve developers dat het een plek tussen andere systemen kan behouden, sterker nog: er lijkt nog een grote groei aan te komen.
– De architectuur (SOA) is dusdanig dat Sakai flexibel verder te ontwikkelen is en makkelijk aangesloten kan worden op andere systemen. Dit, gecombineerd met een “dikke” community, kan er voor zorgen dat Sakai duurzaam is.

Conclusie voor Portfolio:
– Portfolio’s ondersteunen een proces van verzamelen van bewijslast, evaluatie, reflectie en beoordeling. De kleinste eenheid waarop dit gebeurt is vaak een prestatie of opdracht. In Sakai gebeurt dit in matrixen. In elke cel kan bewijslast geplaatst worden.
Als prestaties relatief klein zijn en je elke prestatie in je portfolio wilt vastleggen, dan neemt de omvang van je matrix nogal toe of ze worden erg complex. Het navigeren tussen stappen in het begeleidingsproces en tussen studenten wordt dan ook bewerkelijker.
– Er zijn nog veel wensen voor het kunnen vormgeven van het prestatie (showcase) gedeelte. Eigenlijk zou elke portfolio-eigenaar zelf makkelijk de vormgeving moeten kunnen doen.
– In Sakai zijn allerlei formulieren te ontwerpen waarin volgens sjabloon informatie verzameld kan worden. Deze zijn dan weer in het portfolio te plaatsen.

Verwijzingen:
Sakai: http://www.sakaiproject.org/
Blogspot Sakai NL: http://sakai-nl.blogspot.com/

Continue reading