Tag Archives: Kunstmatige Intelligentie

Demystificatie van AI op OWD22

Op De Onderwijsdagen vertelt Bertine van Deijzen over AI. Zij geeft aan waarom er zo’n zweem van mystiek omheen hangt: Er is geen goede definitie van kunstmatige intelligentie én er is een verschuiving van wat we ‘intelligent’ vinden. Op een bepaalde manier helpt het wel demystificatie: ons begrip neemt toe en de schaakcomputers uit 1995 vinden we geen AI meer. Ook de media maakt soms de keus om een bepaald ‘frame’ van AI mee te geven (zoals robots nemen de wereld over etc). Al met al reden dus voor wat meer realiteitsbesef.

Ze moedigt aan om de term AI dan ook te ‘schrappen’ en te vervangen door Intelligente Technologie en de definitie van de WRR zoals de onderwijsraad deze onlangs gebruikte in het rapport “Inzet van intelligente technologie”:

“Systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – met enige graad van autonomie – actie te ondernemen om specifieke doelen te bereiken”.

Bertine geeft praktische voorbeelden van AI binnen de context van onderwijs, op verschillende niveaus:

AI in de klas: leren met AI

  • Perusall: systeem om samen te annoteren,
  • Vera, een chatbot met expertkennis.
  • Alphafold: voor het voorspellen van proteïne structuren. Heel specifiek dus, maar wel een goed voorbeeld van wat er op ons af komt. Want talloze beroepsgroepen introduceren straks AI en verwachten dit ook in de opleidingen.
  • Leerlevels: voor het voorbereiden van lesmateriaal.

AI in de instelling: Jill Watson, chatbot voor het beantwoorden van vragen.

AI van buitenaf: Die we niet zozeer vanuit onderwijs vragen maar wel op ons afkomen ….

  • Photomath: voor het oplossen van wiskunde vragen.
  • Duolingo: voor het aanleren van een taal.
  • GPT3: voor het genereren van tekst op basis van een stukje start-tekst (de ‘prompt’).

Bertine geeft dus veel voorbeelden van de praktische ‘instrumentele’ waarde van AI in onderwijs, wat helpt bij demystificatie moet ik zeggen. Tips die we meekrijgen om een beter beeld bij AIED (AI in Education) te krijgen:

Disclaimer: deze blog is een persoonlijke indruk van de sessie.

Een technorealistische visie op artificiële intelligentie voor leren en doceren – #owd19

Een hele mond vol, maar omdat ik tot nu toe de ontwikkelingen voor artificiële intelligentie vooral passief volgde, bezocht ik deze sessie op de Surf Onderwijsdagen. Silvester Draaijer (VU) laat ons balanceren tussen techno-pessimisme en techno-optimisme belooft de sessiebeschrijving. Silvester betrekt het snel op toetsing, waar ik eerder over blogde.

Omdat er voor AI allerlei definities rondzwerven formuleert Silvester 2 vragen bij elk “AI” systeem: Zijn ze autonoom en adaptief? Oftewel kunnen ze zelfstandig werken en passen ze zich aan omstandigheden aan? Vervolgens is hij kritisch als iemand spreekt over “AI” in het onderwijs. Een chatbot maakt onderwijs nog niet “AI”. Hij stelt zelfs dat bij het doceren en leren zelf geen AI komt kijken, alleen bij toetsen. Skinner verzon dit al met “oefen-machines”. Vroege vormen van AI, volgens Silvester althans. Moderne vormen zijn de Rekentuin en de Taalzee.

Hij vervolgt met allerlei voorbeelden van systemen die het leren en oefenen ondersteunen of onze hersenen kunnen ‘uitlezen’. Silvester spreekt enthousiast en weet te prikkelen. Aangezien ik AI tot nu toe passief volgde kan ik inhoudelijk niet helemaal beoordelen hoe steekhoudend alle stellingen zijn. Ik miste wel duiding: Wat is nou precies een techno-realistische kijk op AI volgens hem? Hoe kun je dat überhaupt weten? Hoe vind ik balans tussen hype-jachtigheid en doom-neerslachtigheid? Pas in de vragen ging Silvester in op ethische aspecten.

Daarnaast zit er iets ironisch in: met kunstmatige intelligentie natuurlijke intelligentie ontwikkelen.