“Gaank is alles”, de inzet van data in de motorsport.

Ik ben vandaag te gast bij het Drenthe College voor de 46ste MBO Digitaal Conferentie. Peter Bom vertelt over data verzamelen, analyse en inzichten uit de motorsport. Passend gezien het circuit hier om de hoek.

De dagvoorzitter opende kritisch met de vraag “wat moeten we in hemelsnaam met al die data?” Peter antwoord dat “de hoeveelheid niet het probleem is, er is inderdaad teveel data, maar de kunst is om te ontdekken wat relevant is.” En aanvullend: “Je moet verstand hebben van het onderwerp, omdat het anders slechts data blijft.

Hij start met achtergrond en context van motorsport. Omdat techniek zo’n grote rol speelt, maken ze gebruik van allerlei sensoren om de prestaties ervan te meten of te configureren. Hij heeft jaren als data-analist gewerkt maar verkoopt en adviseert nu data-recording apparatuur.

Alle data die door sensoren wordt doorgegeven wordt opgenomen en gaat Analyzer Software in. Daarin kunnen allerlei filteringen, grafieken en dashboards ingericht worden. Een voorbeeld is “geef mij de maximale druk van de voorband in de 2de ronde” van ‘elke rondetijd die binnen 1 seconde afwijking van de snelste tijd valt’. Vaak zoeken ze ook naar trends, hoe de getallen langzaam gedurende het seizoen verschuiven. Of ze laten een camera op de motor, gericht op een onderdeel, meelopen en ze synchroniseren dat met de meetdata. De data geeft niet alleen inzicht in de technische prestaties van de motor maar ook in de vaardigheden van de coureur zelf. En dan wordt t interessanter en moeilijker tegelijk. De zoektocht naar nuttige data die daadwerkelijk antwoord op je vraag helpt vinden blijft een uitdaging en vergt ervaring en expertise.

Hij heeft en passant geleerd feedback te geven op basis van data. Coureurs “hebben over het algemeen een flink ego” en het ligt eerder aan de motor dan zijn berijder zeg maar. De allerbeste coureurs zijn niet alleen de snelste van de straat, met een beetje talent, maar subliem in alle aspecten. Dus niet alleen kennis en vaardigheden maar ook competenties op het gebied van risico-inschatting, samenwerking met de crew, zelfkennis, concentratie en zelfvertrouwen. Ook kunnen die zich achteraf veel meer herinneren met hoog detailniveau dan de rest. Oh, en geven niet de sensor of de vering de schuld.

Al met al demonstreert Peter goed de toegevoegde waarde én beperking van data. Het geeft ook nooit in 1 x inzicht, maar je moet er echt interactief mee aan de slag om conclusies te kunnen trekken. Hij vertelt ook toen hij het voor het eerst ging toepassen dat hij eerst ‘minder wijs’ werd. Data gebruik leverde eerst meer vragen op dan antwoorden. Je moet dan door die fase heen met volhouden en geduld. Eerst een stap terug dus en wat ‘zekerheden’ over boord gooien. Blijf aandacht hebben voor de mens, “eigenlijk is dat ook data maar dan zonder sensor” geeft hij ons tot slot mee.