Ik ben vandaag online te gast bij het Deltion die de 42ste saMBO-ICT Conferentie organiseert. Sowieso respect om een mooi online programma technisch en organisatorisch voor elkaar te krijgen. Erik Vermeulen opent de dag met z’n keynote.
Hij deelt eerst z’n ervaring met online college geven. Het grote verschil voor hem is ‘plotseling online met studenten die je goed kent’ versus na de vakantie met vreemde studenten beginnen. Je mist enorm de interactie die je eerst, zelfs online, gewend was. Grote ‘disconnect’ volgens hem.
Hij moedigt aan dieper na te denken over een passend ecosysteem, ook voor na corona, met een andere mindset. Dat nadenken splitst hij even grof op door 3 vragen:
- Wat onderwijzen we?
- Hoe onderwijzen we dat?
- Wanneer onderwijzen we dat?
Hij deelt zijn ervaringen met ons. Fijn qua inspiratie, ook al lijken me zijn positieve resultaten anekdotisch. Hij ziet 8 aspecten aan toekomstig onderwijs en de rol van de docent daarin:
- Content Creator: Hij maakt korte filmpjes en podcasts en zijn studenten interacteren daar om heen. De docent als vlogger dus.
- Community Builder: Net zoals Tesla niet alleen auto’s maakt maar een grote groep volgers heeft en een ‘crowd culture‘. Bouw dat op met je studenten.
- Personal Online Coach: Hij zoekt middelen om aandacht te personaliseren.
- Juror Selection: Studenten die elkaar reviewen.
- Ecosysteem Leader: De tooling om de community heen vereist expertise en alle onderdelen moeten passend zijn voor de hele community.
- Game-Based Learning Expert
- Visueel Teacher
- Co-creator
Hij geeft verder een catchy cyclus van zelf-leren mee:
Curiosity, Collection, Consumption, Criticizing, Curation, Co-creation, Communication, Correction en weer terug.
Ik heb het idee dat Erik zich zelf laat inspireren door marketing mechanismen. Zelf heb ik een gezonde weerzin tegen marketing. Zolang het authentiek blijft, denk ik wel dat het aanknopingspunten biedt om onderwijs aantrekkelijk te maken. Het is echter een smalle graatwandeling, aangezien er veel social media platforms voor gebruikt worden (in zijn geval) die hun eigen algoritmes gebruiken voor negatieve aandacht en doorverkoop voor advertenties.
Verder is hij kritisch naar WAT we onderwijzen omdat de ‘markt’ soms andere dingen vraagt. Naar mijn mening geldt dat voor beroepsvaardigheden en -competenties, maar zeker niet voor alles. Het bedrijfsleven 100% in de lead laten voor je onderwijsinhoud, holt het ook uit.
Positief vond ik zijn motto om niet téveel naar wedloop-technologie te kijken:
Van technologie naar ecosysteem.
Op basis van een vraag uit de zaal geeft hij wel eerlijk toe dat zowel de oude manier in stand houden EN meedoen aan de digitale wereld van online leren, tegelijk en door elkaar, niet houdbaar is voor hem. De stress voor docenten is dan structureel te groot. Eerlijke respons, hij hoopt dat t tijdelijk is.