De student voorop in PrimaOnderwijs

Belinda Fallaux vroeg me of ik wat wilde vertellen voor een artikel in PrimaOnderwijs. Dat is een platform voor ‘alle’ professionals in het onderwijs (Ik mis dan alleen wel de sectoren MBO, HO en WO). Het onderwerp was “Onderwijstrends 2014” en is terug te lezen op bladzijde 10 e.v. in de uitgave van januari 2014.

Om nou niet te vervallen tot de laatste hypes, dacht ik aan te haken bij wat zoveel onderwijsinstellingen in hun bestuurlijke agenda hebben staan. Termen als “de leerling staat centraal” en “de student staat voorop” bijvoorbeeld. Terechte doelen en horen zeker in Missie/Visie stukken thuis van elke onderwijsorganisatie. De clou zit ‘m in hoe je dat in de praktijk vormgeeft lijkt me. Anders blijven het open deuren clichés.

Tijdens het interview kwam ik er op dat deze doelen extra moeilijk zijn voor MBO’s. Als ‘de student voorop stellen’ impliceert dat er sprake is van maatwerk. Dat maatwerk kan zijn in tempo, in- en uitstroommomenten, lesinhoud, opleidingstrajecten en begeleiding etc.

  • Veel MBO’s worstelen met schaalvergroting, standaardisering, kostenbesparing versus maatwerk voor een individu. Theoretisch is er dan sprake van massa-maatwerk maar dat blijft moeilijk in de praktijk.
  • Van alle onderwijssectoren is de MBO sector het meest complex, gezien de diversiteit aan opleidingen en de maatschappelijke rol voor de arbeidsmarkt.
  • De mate waarin je verantwoording moet afleggen aan lokale overheden bij verzuim, aan de inspectie voor de kwaliteit en aan de accountant voor je bekostiging lijkt toegenomen afgelopen jaren. In ieder geval in de beleving. De hoeveelheid informatie die je geacht wordt vast te leggen gedurende het hele administratieve proces is groot.
  • De mate waarin je informatie gedurende het onderwijsproces moet vastleggen voor je klant (leerling, student of ouder) neemt bij maatwerk verder toe. Gegevens over begeleiding, zorg, vorderingen en lesuitval registreren voelt voor de gemiddelde docent veel te administratief. Wat vroeger vanzelfsprekend met het papieren klassenboek of mentorschriftje gedaan werd voelt nu als iets dat je moet uitbesteden aan ‘de administratie’.