De derde workshop van vandaag ging over de begeleidingsstructuur van onze instelling. Het onderwerp is “hot” gezien het VSV-convenant dat we hebben ondertekend. Voor het voorkomen van VSV gebruiken we het moto de “Aanval op de Uitval”.
De uitgangspunten voor de begeleidings-structuur waren: Veranderende samenleving, student en opleiding. Soms raken studenten daarin het zicht op de schoolloopbaan kwijt.
Het eerste in de structuur, naast de student zelf, staat zijn coach. Daaromheen hangen dan weer coördinatoren begeleiding, zorgteams en trajectbegeleiders. (zie dia 4 van onderstaande slides) Kortom: uit de structuur en werking ervan wordt komt veel zorg tot uiting. Als organisatie zoeken we wel naar balans: “een onderwijsinstelling is geen zorginstelling”. De vragen van studenten en bijbehorende “rugzakken”, worden wel complexer.
Wat doen de studentenzorgteams?
- Individuele gesprekken
- Trainingen: Assertiviteit, communiceren en faalangst.
- Verwijzingen naar schoolmaatschappelijk werk en schoolpsycholoog.
- Begeleiden bij calamiteiten (aan de hand van protocollen).
De grootste problemen die belemmerend werken voor iemands studie zijn problemen thuis of in de BPV. Plaatsen waar extra blijkt dat ze verantwoording moeten nemen voor eigen gedrag. Ook worden er steeds meer studenten gesignaleerd met extreme problemen uit het verleden. Iets kunnen betekenen voor zo’n student is wel heel voldoening gevend. Soms komen studenten ook uit zichzelf, omdat ze merken dat ze hun problemen daarna met groter vertrouwen te lijf gaan.
In de structuur geeft het zogenaamde “PlusPunt” ondersteuning bij Nederlands, bij studievaardigheden (vooral patronen in houding), rekenvaardigheden en dyslexie. Trend: sinds CGO komen studenten daar eerder. Waar het pluspunt vroeger nog wel eens ruimte had in het begin van het jaar, zit het nu als snel vol. Een andere manier om de balans hier in de gaten te houden: “Als er structureel iets aan de hand is, dan mist het team iets in het reguliere aanbod”.
Hieronder de presentatie: